Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] II Dwazen, die duur van aardsch geluk bedongen, dat zingend op geen sterven zich bezint: waar het nu ritselt, daar werd eens bemind, waar nu de raaf krast werd eenmaal gezongen. Wij bouwen, tot het woord ons wordt ontwrongen: de steden staan op graven in den wind. En als vergeefschheid zich bevestigd vindt moet nog de dood ons worden opgedrongen. Maar wat dan van den droom? Duizenden zwerven voorbij de wegen naar de bronzen poorten van gindschen steilen nooit ontsloten tempel. Doch daar ook waait de wind en heerscht het sterven, en harten, eenmaal ruischend van geboorten, ritselen schuw daar over duistren drempel. Vorige Volgende