Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] III Voorbij de wegen [pagina 165] [p. 165] Voorzang [pagina 166] [p. 166] I Het najaar waait de duisterende landen regenend over, en oneindig groot zijn de verlatenheden van den dood. Bleek schuimt de zee over de lage stranden. En aan het raam, denkend aan al wat vlood, hoor ik de klacht dier eeuwen om mijn wanden. De laatste daad viel uit mijn moede handen: ik zie hen bleek en roerloos in mijn schoot. Laten wij niet meer hopen, laten wij nimmermeer smeeken, en o, niet meer smaden - Dit is het eind, het duisterend getij van lage wolken en de storm der bladen. Uit onze handen zijn de laatste daden gevallen, en de regen waait voorbij. Vorige Volgende