Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Nachtliedje Ik heb zoo lang aan je gedacht dat ik mij niet alleen meer voel, en dit geluk heb ik gewacht als innigst doel. Als ik mijn oogen sluit, dan is het of je naast mij zit, en zwijgt, terwijl de laatste droefenis ter koelte neigt. 't Is of je langzame adem al de lucht verwarmt om mijn gezicht; 't is of je haar nu streelen zal aan mijn gezicht. O, 't is of aarzelend begint omhelzing... die niet komen kan... en toch, wie moe is en bemint kan droomen van het land waar droomen daden zijn en liefde waarheid's eenig kind, waar alle troostgesmade pijn leniging vindt. Het land waar wind zacht heeft gespreid een bed van wolken voor jou en mij; daar, onder maanlicht's teederheid sluimeren wij. En als ik soms even ontwaak zie ik er eerst den hoogen nacht; dan naast mij jou, en even raak ik huiverzacht [pagina 72] [p. 72] je koele voorhoofd met mijn mond - maar je sluimert door; alleen begon even een glimlach, alsof je vond der droomen bron. En dan vlij 'k weer terug mijn hoofd in je haar dat ons gemeenzaam is, en vind geluk waaraan geen gelooft die eenzaam is. 't Geluk van zwijgend samenzijn in 't kalme licht van een hoogen nacht, en te weten dat al leven's pijn een rimploos rusten wacht. Vorige Volgende