Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen

[p. 51]

3

[p. 52]

Morgen

Er is een grijs dat mij geen droefheid geeft
maar wijde vreugde, die ik zingen wou
in zilv'ren morgen als de droppen dauw
nog beven op het gras dat medebeeft,
en als de lucht, voor nog bewegen leeft,
zich wijd en blij voelt, en de wolkenbouw
vol jonge goden staat, wien 't eerste blauw
parelend waas om gouden lijven weeft.

Als 't licht, de oogen vochtig van vreugde, waakt,
maar stil blijft liggen, wachtend tot de lucht
zich over hem zal buigen, en 't genucht
van haar bedauwde mond zijn oogen raakt.

Dan is in 't wijde wachten 't eerst gerucht
dat de dag in den grijzen morgen maakt.