Wichelroede en werk
BINNENKORT zal hier een man komen met een wichelroede, want ergens onder den rotsbodem van dit grondstuk schijnt water te zijn.
Wij, die hier wonen, zullen in spanning achter hem loopen tot hij blijft staan waar de roede het teeken geeft. Later, in huis bij elkander zittend, hooren wij zonder acht te slaan het lang en zwaar bedrijf van de ploeg arbeiders, die den grond breken waar dat stille teeken gegeven werd. Dan, als zij weg zijn, is het weer stil, en wij gaan kijken naar het water, dat er gekomen is.
Waarom lezen zij, die zeggen van gedichten te houden, een gedicht niet steeds zooals wij gaan kijken naar het gekomen water: dieper verwonderd naarmate het werk der arbeiders zwaarder was. Of eisch ik te veel, omdat zij er niet bij waren toen die andere roede het teeken gaf, en dus niet weten hoe kort en stil het gegeven werd? Eens hep ik langs de rivier bij Oxford met een jonge vrouw, die vervoerd over Shelley sprak. Ik nam haar mee naar de Bodleyan bibliotheek en bracht haar naar waar een manuscript van hem onder glas ligt. Het was een van zijn schoonste en meest onstuimige bladzijden; het handschrift was haast onleesbaar van omwerking, doorgeschrapte woorden, driftige of nadenkende probeersels. Mijn diep ontzag was nauwlijks grooter dan haar teleurstelling voor wat haar nu maakwerk leek. En ik herinner mij een andere, die Perk bewonderde, en hoe ontgoocheld zij