Verzamelde werken. Deel 2. Verzamelde gedichten. Deel 2. De wilde kim. Een winter aan zee. Onderweg. Tegen de wereld. In ballingschap(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] In de trein Gedoken in een hoek, te murw om nog te klagen - in de oude donk're doek van de moeheid gehuld, en niets ter wereld meer dat mij vervult, dan die orgeldeun uit de dagen toen wij elkaar nog zagen. Waar bleef zij? in de stad wou ik het niemand vragen; alsof ik haar vergat sprak ik met wie haar kent; maar in mijn ooren zeurde zonder end die orgeldeun uit de dagen toen wij elkaar nog zagen. Naar mijn oud kustgehucht en het bed waar wij lagen voert mij de trein terug, de verduisterde trein, die dof en uit den treure het refrein dreunt van die deun uit de dagen toen wij elkaar nog zagen. Waarom moest het zoo zijn, en moet ik dit verdragen in de trein, in de trein? Ik vrees, dat zelfs de zee mij niet meer weg zal redden uit het wee van die orgeldeun uit de dagen toen wij elkaar nog zagen. 1942. Vorige Volgende