Verzamelde werken. Deel 2. Verzamelde gedichten. Deel 2. De wilde kim. Een winter aan zee. Onderweg. Tegen de wereld. In ballingschap(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Van den lust Toen ik nog jong was zong de ziel nog wel alleen, of het hart, licht en jong, praatte wat voor zich heen over een vrouw en haar naam. Sinds jaren heeft dat uit: met het bedreigd lichaam, met het bloed, met de huid, verklaarden zij zich trouw en hebben zich schrap gezet tegen den dood; en geen vrouw lachend van uit haar bed, betrek ik meer in mijn woord en zijn hevig bedrijf, herbergt zij niet, verstoord binnen de huid van haar lijf, dien god, dien zij zelf niet weet, die roept en daagt mij uit dat ik mij met hem meet binnen het perk van haar huid, slaags op den slag van haar bloed tot hij mij velt en ik beef. Het is enkel om hem, zijn verwoed overwinnen: ik bleef op het bed, houdend mijn mond als een lijk op de baar, zoo hij mij niet verslond, levend, met huid en haar. 1930. Vorige Volgende