| |
Maart 1722.
17. -
Nae onse provisie van het noodige opgedaen, 't Schip van buyten en onder schoongemaekt, 't wand geteert, en alles in behoorlyke staat herstelt hebbende, ligten onse ankers en gingen onder seyl, cours stellende (nae dat wy uyt de baeyen van het hooge land waren, volgens onse getrockene Resolutie op den 15den deser, welkers inhoud hierna woordelyk sal volgen) regt West-Noord-West. Peylden met Zons ondergank het kleyne Eyland (dat ontrent een myl aen de Zuydwestkant van het groote Eyland aflegt, en 't welk by Capitayn Schouten abusive genomen is voor het tweede van Juan Ferdinandes Eylanden) Zuyd-Zuyd-Oost, ½ Oost 7½ myl van ons. Wy hadden seer schoon weder met eene frisse koelte uyt het Zuyd-Zuyd-Oosten.
| |
18. -
Bevonden ons met Noorder Zon op de Zuyderbreete van 32 graden 56 minuten, en op de gegiste lenkte van 296 graden 23 minuten. De cours was West-Noord-West, de wind Zuyden en Zuyd-Zuyd-Oost, met een bramseyls koelte en helder weder.
| |
| |
Ontrent het 7de glas van de dagwagt peylden wy het Westelykste Eyland van Jan Ferdinand, ('t welk in de Kaarten te Zuydelijk geplaetst is) na gissinge 7 mylen Zuyd-West ten Zuyden van ons.
‘Raad der drie in Compagnie seylende Schepen, gehouden aen 't boort van 't Schip den Arend, ter presentie van de ondergeschreven hoofden deser Expeditie.
| |
Sondag den 15 Maart 1722.
‘Den President aen dese Vergadering voorgestelt hebbende de noodsaekelykheyd die er vereyscht wort tot het beramen der coursen, nae dat wy van de rheede van dit Eyland van Juan Ferdinando, (alwaer wy tegenwoordig ten anker leggen) sullen syn vertrocken, om onse kruistogt in de groote onbekende Zuyd-Zee aentevangen, en met de vereyschte voorsigtigheit te expedieren, soo syn ten dien eynde geexamineert en nagesien de Zee-Kaerten, als onse wegwysers. Sulx met eenparigheit van stemmen goetgevonden en vastgestelt is, de navolgende seylagieordre (by toelating van wind en weder) exactelyk te observeren, te weten: dat men vertreckende van dese rheede, de cours sal stellen West Noord-West, en daermede tot wy gekomen sullen syn op de Zuyder polus hoogte van 27 graden 20 minuten, en dat men in lenkte 16 graden verandert sal wesen. Voorts wanneer wy ons aldaer bevinden, dan regt West aen te stevenen tot soo lange toe, dat men nog 15 graden in lenkte verandert is. En ingevalle wy als als dan
| |
| |
geen ontdecking van eenig land komen te doen, soo sal men by nadere Resolutie beraemen, wat in 't vervolg, tot uytvoeringe van onse Commissie, behoorde gedaen en betragt te worden. Wyders is met eenparige toestemming goetgekeurt en besloten, dat Capitain Roelof Rosendaal, voerende het Schip de Africaansche Galey, vooruyt sal seylen, alles bysettende wat eenigsints goed kan doen, om 3½ myl regt vooruyt te wesen, en op die distantie het te houden, tot het ondergaen van de Zon, en alsdan sal hy, Capitain Rosendaal, onder de wind steeken, het lood werpen om te diepen, en soo lang blyven dryven, tot dat hy het vuur van 't Schip Thienhoven in 't gesigt krygt, als wanneer hy Capitain Rosendaal sal afbrassen en cours seylen, dog soodanig dat hy het vuur van het Schip Thienhoven altyd in het oog houd. de Africaansche Galey dus vooruyt seylende, en gevolgt werdende door het Schip Thienhoven, gevoert by Capitain Cornelis Bouman, soo sal het Schip den Arend, gecommandeert wordende door Capitain Jan Koster, volgen en verpligt syn zich agter het Schip Thienhoven te houden, op een afstand van een halve myl. Insgelyks is met een algemeen besluyt be raemt, dat de Africaansche Galey syn vuur sal setten op het achterschip, doch Thienhoven en den Arend, ter contrarie in de blinde mars, ten eynde de vuuren, dus geplaatst synde, bekwaemst zullen konnen werden gesien. Eyndelijk is geresolveert, dat Capitain Rosendaal gehouden en geo- | |
| |
bligeert sal wesen, precyselyk nae te komen,
om ingeval hy eenig land of droogte kwame te ontdecken of te sien, aenstonts behoorlyk zeyn te doen, soo als de Zeyn Brief deswegen dicteert en behelst, namentlyk: indien hy Capitain Rosendaal land of droogte by dag gewaer wort, dat hy alsdan de Prince Vlag sal laten waeyen en een schoot doen, volgens Articul 23 van de voorschreve Zeyn-Brief: maer wanneer de ontdecking van land of droogte by nagt zal wesen, soo sal denselven Capitain Rosendaal drie vuuren aen de besaens-roede ophysschen en drie schooten doen, ingevolge het 20ste Articul van gedagte Zeyn-Brief. Aldus geresolveert en gearresteert in 't Schip en ten dage als boven: Was geteekent: Jacob Roggeveen, Jan Koster, Cornelis Bouman, Roelof Rosendaal.’
| |
19. -
Hadden wy ingevolge onse hoogtemeeting de breete van 32 graden 2 minuten besuyden de middellyn, en de gegiste lenkte van 294 graden 3 minuten, de cours was West-Noord-West, de wind tusschen het Zuyden en het Zuyd-Oosten, met een bramseyls en styve marseyls koelte: goed fris weder.
| |
20. -
Gisten te wesen op de Zuyderbreete van 31 graden 13 minuten, en op de lenkte van 291 graden 45 minuten, de cours was West-Noord-West 32 mylen, de wind Zuyd-Oost, Zuyd-West ten Zuyden, en Zuyden ten Oosten, met een marseyls en bramseyls koelte, nevelachtig doch echter goed weder: volgens een peyling van der Zons ondergank bevonden de afwyking te syn 7 graden 22 minuten Noord-Oost.
| |
| |
| |
21. -
Was onse bevonden Zuyder polus hoogte 30 graden 36 minuten, en de gegiste lenkte 289 graden 44 minuten, de cours West-Noord-West, de wind tusschen het Zuyd-Zuyd-Westen en het Oost-Zuyd-Oosten, goed weder met een bramseyls koelte. Deden des middags zeyn tot het verbeteren der Compassen, leggende deselve van 10 tot 5 graden de lelie bewesten de naeld.
| |
22. -
Bevonden ons op de Zuyderbreete van 30 graden 4 minuten, en op de gegiste lenkte van 288 graden 8 minuten, de cours was West-Noord West, de wind Zuyd Oost, met een bramseyls koeltje en goed weder, soo dat wy ons jegenwoordig in de vreedzame Zee bevinden, volgens het oordeel van die gene, die deselve op het engste termineren van de 30 tot de 5 graden besuyden den AEquinoctiael en Westwaert onbepaeldelyk.
| |
23. -
Hadden des middags naer 't uytwysen van der Zons hoogte, de Zuyder breete van 29 graden 30 minuten, en de gegiste lenkte van 286 graden 16 minuten, de cours was West-Noord-West, de wind Oost en Oost-Zuyd-Oost met een bramseyls en slappe koelte: schoon fris weder. Onse avond-peyling van de Zon was 3 graden 53 minuten, en desselfs morgen-peyling 2 graden 7 minuten, beyde Noord-Ooster miswysing.
| |
24. -
Waren op de bevonde breete van 29 graden nul minuten besuyden den Evenaer, en op de gegiste lenkte van 284 graden 38 minuten, de cours synde West-Noord-West, de wind tusschen het Oost- | |
| |
Zuyd-Oosten en het Oost-Noord-Oosten, bramseyls en slapper koelte: seer schoon en helder weder met eene effene Zee. Deeden met Noorder Zon zeyn tot het verleggen der Compassen van 5 op nul graden, soo dat de lelie over de naeld regt wysende lag, sonder afwyking.
| |
25. -
Resolveerden Noord-West te boegen, alsoo reets 16 graden in lenkte veranderd waren, en ons nog bevonden op 29 graden breete: sulks wy vreesden bezuyden Terra Australis al te westelyk te vervallen, indien de cours van West-Noord-West gecontinueerd wiert, voornamentlyk in cas de 500 mylen, die het gemelte land van de vaste kust van Chili of van Copoyapo aflegt, Engelsche mylen waren, gelyk te presumeren is, als door een Engelsch soogenaemt Capitain gesien en ontdekt synde; te meer, wanneer daer by nog geconsidereert werdt, dat deselve Capitain, in soo een lange reyse, vyftig jae grooter getal mylen soude hebben konnen misgissen, 't geene de ervarentste zeekundige subject syn: derhalven hebben wy, om de sekerste weg in te slaen, met het aanbreken van den dag (nae dat aen de Capitainen van Thienhoven en de Africaansche Galey advertentie was gedaan) Noord-West gestevend, met voornemen om die koers te houden tot op 27 graden Zuyder breete, en dan regt West te sturen, gelyk de Resolutie van den 15 deser contineert en behelst: des middags bevonden ons op de Zuyder polus hoogte van 27 graden 55 minuten, en op de gegiste lenkte van 282 graden 34 minuten, de gekoppelde koers was
| |
| |
West-Noord-West, ½ Noord, de wind tusschen het Oost-Zuyd-Oost, en het Oost-Noord-Oosten met een styve en ook slappe bramseyls koelte, seer goed fris weder en slegt effen water.
| |
26. -
Gisten te syn op de hoogte van 26 graden 42 minuten bezuyden den AEquinoctiael, en op de lenkte van 280 graden 55 minuten, de cours was Noord-West 28½ myl, de wind Oost ten Zuyden, Zuyd-Oost ten Oosten en Oost, bramseyls koelte, met een betooge lugt en een effene Zee, sonder eenige deining; hebben in 't begin van de voormiddag-wagt zeyn gedaen om regt west te stuuren, als wy vast stelden binnen de 27 graden Zuyder breete te syn, 't welk van d'andere Schepen gesien wesende, naegevolgt is geworden.
| |
27. -
Was de bevonden breete 26 graden 44 minuten zuyd, en de gegiste lenkte 278 graden 50 minuten, de cours west, de wind tusschen Zuyd-Oost ten Oosten en Oost-Noord-Oost, met een frisse bramseyls koelte, somtyds een regenbuytje, echter seer goed weder.
| |
28. -
Bevonden ons op de Zuyder polus hoogte van 26 graden 45 minuten, en op de gegiste lenkte van 276 graden 40 minuten, de cours was West, de wind Oost en Oost Zuyd-Oost, met een marseyls en bramseyls koelte: schoon aangenaem weder, en somtyts een weynig regen.
| |
29. -
Hadden de bevonden Zuyder breete van 26 graden 41 minuten, en de gegiste lenkte van 274 graden
| |
| |
7 minuten, de cours was West, de wind Oost en Oost-Zuyd-Oost, bramseyls en marseyls koelte, met goed helder en fris weder: sagen een schaervogel en seer veel meeuwen. Ingevolge eene avond peyling hadden de Noord-Ooster miswysing van 2 graden 51 minuten.
| |
30. -
Waren op de bevonde breete van 26 graden 42 minuten, en op de gegiste lenkte van 271 graden 47 minuten, de cours was West, de wind tusschen het Zuyd-Oost ten Oosten en het Oost, met een bramseyls koelte: seer goed weder.
| |
31. -
Syn wy te raede geworden wat Zuydelyker te boegen, en bevonden ons met Noorder Zon op de hoogte van 26 graden 53 minuten besuyden den Evenagter en op de gegiste lenkte van 269 graden 37 minuten, de cours was West ½ Zuyd, de wind van 't Oosten tot het Zuyd-Oosten ten Oosten, bramseyls en slapper koelte met aengenaem weder. Sagen een pylstaert, ook vele kleyne en groote meeuwen; doch alsoo die vogels overal seer diep in zee worden gevonden, is hetselve juist geen voorteyken van de nabyheyd des lands, 't geene wy met verlangen te gemoet sien, aangesien wy nu ontrent soo verre Westwaerts geavanceerd syn, als desselfs afstand van de vaste kust van Chili in de Zee-Kaarten geplaatst word, echter soodanig, dat deselve vyf à ses graden in de longitude van den anderen differeren.
|
|