| |
December.
1. -
Ligten wy nae het schaffen van de vroegkost ons anker, doende vyf eerschoten van afscheyt voor den onder-Gouverneur of Gesaghebber, loopende tusschen de vaste wal en 't Eylant St. Sebastiaan, bewesten in Zee, gelyk wy beoosten aldaar ter rhede waren gecomen: in 't uyt lopen, hebben wy den jongen Matroos Martinus van Gelder, volgens sententie
| |
| |
van den 12 September deses jaars, met de Chaloep aan 't voorsz. Eylant geset. - Buyten in volle Zee synde, stuurden Zuyden ten Oosten om van de wal te geraeken, peylende in de naemiddag de Westelykste hoek van hetselve Eylant Noord-West ten Noorden, ½ Noord vyf mylen van ons; setten als doen onse bood in gelyk ook de andere Scheepen die om te diepen voor uyt waeren geseylt, de wint was tusschen het Oosten en 't Noord-Oosten met een styve marseyls koelte en schoon weder.
| |
2. -
In de voormiddag zeynden de Capitainen van de andere Scheepen aan ons boord, om de coerssen nae het Eylant van Juan Fernando, gelegen in de Zuyd-Zee bewesten America, op 33 graden 40 minuten (also de tyd te seer verloopen was, om eenige ontdecking nae behooren te doen van 't Land van Auking, leggende van ontrent de 45 tot 49 graden Zuyd beoosten America, op een afstand van 50 à 60 mylen) te helpen beramen en vast te stellen. - Des middags was onse gegiste Zuyderbreete 25 graden en de lenkte 337 graden, de wind als vooren met gereefde marseyls en slappe bramseyls koelte, en de cours Zuyden 21 mylen, 't sedert de peyling van gisteren, dog met Noorder Zon is Zuyd-West ten Zuyden gestevent, volgens de resolutien op heden genomen, synde als volgt:
‘Raadsvergadering, gehouden aen 't boort van 't Schip den Arend, ter presentie van de ondergeschreven hoofden deser Expeditie.
Dingsdag den 2 December 1721.
‘Door den president geproponeert synde de noodsa- | |
| |
kelykheyt om onse coerssen te reguleren en vast te stellen, aengesien wy ons weder in Zee bevinden tot voortsetting van onse reys, so is ten dien einde naeuwkeurig geëxamineert en naegesien in de Zee-Caerten de strecking van de Americaansche kust, en vervolgens daeruyt beraemt, met eenparigheyt van stemmen, de volgende coerssen te observeren, by toelating van wint en weder, gelyk de Zeemanschap vereyscht. Wy dan heden synde op 25 graden Zuyderbreete en op de lenkte van 337 graden, soo is geresolveert onse coers te stellen Zuydwest ten Zuyden, tot op polus hoogte van Cabo de Sanct Anthonio: en dat om die caap in 't gesigt te loopen, of ten minsten desselfs grond en diepte te peylen, om dus verkent te wesen, daar komende, sal men blyven continueren met deselve coers van Zuyd-West ten Zuyden, tot op de Zuyderbreete van 46 graden 30 minuten en op de lenkte van 318 graden 30 minuten: voorts so sal men van koers veranderen en stevenen West ten Zuyden, op dat men het land van Georgo in 't gesigt sou loopen, om verkent te syn, en dan regt Zuyden aan te boegen tot het Staten Land in 't gesigt, en hetselve beneven Caap Hoorn beoosten om te passeren tot in de Zuyd-Zee bewesten America, en wyders langs de kust van Chili, nae 't strecken van de wal, nogtans onder dese bepaling, dat men het Eylant van la Mocha of Sancta Maria in 't gesigt sal loopen, om vervolgens onse coers des te beter te konnen stellen nae Juan Ferdinando, om hetselve op syn breete aantedoen, 't welk gelegen is op de breete van 33 graden 40 minuten besuyden d'AEquinoctiaal, en sulx op die breete gecomen
| |
| |
synde, dat Eylant met een Weste coers te beseylen, en dan benoorden om tot in desselfs baay. Aldus geresolveert in 't Schip en ten dage als boven: was geteekent: Jacob Roggeveen, Jan Koster, Cornelis Bouman, Roelof Rosendaal.’
| |
3. -
Gisten wy te wesen op de Zuyder breete van 25 graden 17 minuten en op de lenkte van 337 graden 35 minuten, de gekoppelde coers was Oost-Zuyd-Oost 8¾ myl, de wind Zuyden en Zuyden ten Oosten, onderseyls en gereefde marsseyls koelte, met donker nevelachtig weder, hadden volgens een avond peyling van der Zons ondergank, 12 graden 5 minuten afwyking der naalde om de Noord-Oost.
| |
4. -
Bevonden ons op de polus hoogte van 26 graden 59 minuten Zuyd, en op de lenkte van 337 graden 41 minuten, de gecoppelde coers was Zuyd-Oost ten Oosten, de wind Zuiden met gereefde marsseyls en bramseyls koelte, helder weder; ingevolge van een morgen- en avondpeyling was de miswysing van 't compas 13 graden 45 minuten Noord-Oostering.
| |
5. -
Was onse gegiste Zuyderbreete 27 graden 55 minuten en de lenkte 337 graden 1 minut, de coers Zuyd-West ten Zuyden, de wint tusschen het Oosten en 't Noord-Oosten, met een bramseyls koeltje, goet weder, dog een dikke betrokke lugt; de peyling van der Zons ondergank was 15 graden 19 minuten Noord-Oost.
| |
6. -
Hadden met Noorder Zon de bevonden Zuyderbreete van 30 graden 38 minuten, en de lenkte van
| |
| |
335 graden 9 minuten, de cours synde geweest Zuyd-West ten Zuyden, de wint Noorden en Noord-Noord-Oost, onderzeyls- en barder weder met een hooge zee uit het Noord-Oosten, verselt met donder en regen, so dat ons voor-marsseyls rheede een krack kreeg, die aanstonds, nog boven synde, gewangt wierd; het Schip Thienhoven verloor syn groote steng, en twee mannen die boven waren, syn nedervallende, egter onbeschadigt gesalveert; deeden 's middags 't vereyschte zeyn voor onse mede seylende Scheepen, opdat de compassen souden verleyd worden van 10 tot 15 graden, de lelie bewesten de naeld.
| |
7. -
Was onse bevonden breete bezuyden de middellyn 31 graden 37 minuten, de lenkte 334 graden 51 minuten, de gekoppelde cours Zuyd-Zuyd-West, de wint Zuyden, Zuyden ten Oosten, Zuyd-Zuyd-West en Zuyd-West: onder-seyls, marseyls en bramseyls koelte, ongestadig weder met een dicke lugt, uytgenomen op de middag.
| |
8. -
Bevonden wy te syn op de Zuyder polus hoogte van 31 graden 28 minuten, en op de gegiste lenkte van 335 graden 14 minuten, de gekoppelde cours was Oost ½ Noord: de wint Zuyd-Zuyd-West en Zuyd-West met een marseyls koelte, helder en fris weder.
| |
9. -
So toonde des morgens de pyling van d'opkomst der Zon, dut wy hadden 16 graden 4 minuten Noord-Ooster afwyking, bevonden des middags te syn op de breete van 31 graden 26 minuten Zuyd, en op de gegiste lenkte van 335 graden 1 minut, de ge- | |
| |
koppelde coers was West-Zuyd-West, sulx wy uyt dese bevinding besluyten, dat de Stroom ons om de Noord geset heeft, alsoo wy in breete vermindert syn, daer men ter contrarie Zuyd had moeten winnen. Hadden de wint uyt 't Noord-Oosten met een slap lugje, dog meest stil en uytnement schoon weder.
| |
10. -
Was onse bevonde breete bezuyden den Evenagter 32 graden 49 minuten, de lenkte 333 graden 19 minuten, de cours Zuyd-West, de wint Noord-Oost en Noord-Noord-Oost, met een bramseyls en ook slapper koelte, helder en schoon weder: wierpen des middags het lood om te diepen, en bevonden 51 vadem water Steckgrond, en volgens twee peylingen van der Zons onder- en opgank hadden wy 16 graden 35 minuten Noord-Ooster miswysing.
| |
11. -
Hadden volgens de hoogte van de Zon de Zuyder breete van 33 graden 58 minuten, en de gegiste lenkte van 332 graden 15 minuten, de cours was Zuyd-West ten Zuyden, de wint van Noord-Noord-West tot Noord-Oost ten Noorden met een slappe en frisse bramseyls koelte, seer goed weder. In de naemiddag wierpen het dieploot, dog kregen met een lyn van 60 vadem lenkte geen grond, so dat wy hier uyt besloten het Rif van Rio-de-Martin gepasseert te wesen: by een avond-pyling der Zon hadden wy de afwyking van 16 graden 39 minuten Noord-Oost.
| |
12. -
Kregen in 't begin van de hondewagt een harde travaat uyt het Zuyden, met donder en een onophoudelyke weerligt van alle oorden des Hemels,
| |
| |
als of alles in vuur en vlam stond, met een sware slagregen: des middags was onse bevonden Zuiderbreete 34 graden 41 minuten, de gegiste lenkte 331 graden 29 minuten, de gekoppelde cours Zuyd-West, ½ West, de wint Noord-Oost ten Noorden, Zuyden en Zuyd-West, voorts den gantschen dag schoon en aengenaem weder: wierpen in het negende glas van d'agtermiddag-wagt het loot en hadden 23 vadem fyne Sandgrond. Ingevolge de avond-peyling der Zons onondergank van dit etmael, bevonden wy de miswysing te syn 17 graden 20 minuten Noord-Oostering.
| |
13. -
Was de bevonde Zuider polus hoogte 35 graden 6 minuten, de lenkte 331 graden 38 minuten, de gecoppelde cours Zuiden ten Oosten ¼, de wint ongestaedig, als Zuyden, Zuyd-West, Noorden, Zuyden, Zuyd-West en West-Zuyd-West, met een bramseyls, marseyls en gereefde marseyls koelte, ook stilte: in de naemiddag sagen wy een groote strook of riem van kroos of ruygte, immers 't geene op een gemeene afstant sig soodanig vertoonde, uytstreckende aan beyde syden van 't Schip, soo verre wy beoogen konden: dog digter by komende en daar dwers door heen seylende (na een houten puts vol geschept te hebben, om alle twyfel weg te nemen), bevonden wy dat het saat of kuyt van visch was, hangende heel smeering en lymig aan malkander, en wesende aschgrauw van verf. - De peyling van der Zons ondergank met derselver Ware, toonde dat wy hadden 17 graden 22 minuten Noord-Ooster miswysing van 't compas.
| |
14. -
Hadden de bevonden Zuyderbreete van 36 gra- | |
| |
den 24 minuten en de lenkte van 331 graden 9 minuten, de gekoppelde cours was Zuyden, Zuyd-West ½ West, de wind seer variabel, als Zuyd, West, Noort, Oost, Noort-Oost, Noort, West-Noort-West en West-Zuyd-West, met stilte, ook bramseyls en marseyls koelte, schoon en helder weder, dog seer koel, hoedanig het doorgaens is geweest 't sedert ons vertrek van Sanct Sebastiaan, en 't is gans aenmerkelyk, dat wy gedurende onse geheele reys, soo benoorden als besuyden den AEquinoctiael, niet een eenigen heeten dag, maer alleen vyf of ses warme, voorts aengename frisse en koele dagen gehad hebben: wy bevonden by een avond- en morgen peyling, van der Zons onder- en opgank, dat de verandering van 't compas was 17 graden 18 minuten Noord-Oost.
| |
15. -
Kregen, volgens onse hoogtmeeting, de bevonden breete van 37 graden 33 minuten Zuyd, en de gegiste lenkte van 330 graden 21 minuten, de cours was Zuyd-West, de wint Noord-West, Noorden, Noord-Noord-Oost en Noord-Noord-West, synde stil een labber en bramseyls koelte, met schoon weder; wy beslooten uyt de bevinding der breete, dat de Stroom van Rio de la Plata om de Noord haer loop neemt, gelyk wy de twee voorgaende dagen ook hadden vastgestelt, om dat onse gegiste met de bevonden polus hoogte te merkelyk van den anderen differeerden; sagen veel Land- en Zeevogelen, ook capellen, puyste-byters en diergelyke kleyne gevleugelde dierkens, synde een gewoonlyk en bekent teyken dat men niet verre van land is. Volgens een avond peyling
| |
| |
hadden wy 17 graden 14 minuten Noord-Oostering.
| |
16. -
Gisten te syn op de breete van 37 graden 53 minuten bezuyden den Evenaer, en op de lenkte van 329 graden 18 minuten, de gekoppelde cours was West-Zuyd-West 13½ myl, de wint van alle kanten, het compas ront, met een slap koeltje. Gisteren in de naemiddag (behoorende tot dit etmael) dede zeyn om van cours te veranderen en regt West te stuuren, op dat men Cabo Sanct Anthonio in 't gesigt souden loopen, of ten minsten desselfs gronden te peylen, om verkent te wesen, volgens de Resolutie van den tweeden deser in rade genomen: ten welcken eynde aan de Africaansche Galey zeyn gedaan is om vooruyt te seylen, ter ondeckinge van de wal of gronden; sagen veel vogelen, en onder die een watersnip, maer nae verloop van ontrent twee glazen de lugt heel diesig en mistig wordende, deede een schoot met Canon om van de andere Scheepen gehoort en beantwoort te worden, synde het zeyn of teeken op dat de Scheepen van den anderen niet souden afraeken, en gebruykelyk by voorval van opkomende mist: dog onse gedane schoot bleef onbeantwoort, daer nogthans de twee Capitains van de Schepen Thienhoven en de Africaansche Galey, tot het beantwoorden van onse zeynen op den 14. deser seer serieus en nadruckelyk waeren versogt, of dat ik andersins genootsaekt soude syn tegen hun te protesteeren (indien wy van een mogten gesepareert worden door het naelaeten van antwoort op onse gedaene zeynen) van alle schaeden die daeruyt souden konnen ontstaen
| |
| |
en 't welcke van hun beyde belooft wierd in het toekomende exactelyk te sullen observeeren en nae te komen. Een glas verloopen synde, is andermael een schoot gedaen die als de voorgaende onbeantwoort bleef, dog de derde schoot en de volgende van glas tot glas gedaen (so met Canon als Musquetten), hebben eyndeling de gemelte Capitainen goedgevonden te beantwoorden, doende gelyke schooten: tegens het ondergaen van de Zon de mist een weynig verdweenen en de lugt wat opgeheldert synde, (sodat wy de twee andere Scheepen digt by ons in 't gesigt hadden) wierd noodig geoordeelt van cours te veranderen en Zuyd-West te boegen, also de voorsigtigheid vereyst dat men geen Land by een mistige en dicke lugt sal naderen of aendoen, welcke verandering van cours de andere op het doen van desselfs zeyn, aanstonts hebben naegevolgt, stuurende met ons Zuyd-West heen; dog de mist kort daeraen wederom verdickende, so hebben wy gecontinueert alle glasen zeyn te doen, die ook beantwoort syn geworden. Onse Noord-Ooster miswysing was volgens een morgen peyling van der Zons opkomst 20 graden 20 minuten.
| |
17. -
De mist van gisteren nog continuerende, wierd van ons alle glasen zeyn gedaen met Canon of Musquetten, soo als de naebyheyt of ver af gelegentheit van onse in compagnie seylende Scheepen vereyste: alle welcke zeynen ook beantwoort syn tot het sesde glas van de hondewagt, ja selfs meynen eenige van onse stuurluyden, dat sy in 't begin van de dagwagt de beantwoording met canon gehoort hebben,
| |
| |
want de Africaansche Galey, die digt by ons was, dede veelmaels en meest zeyn met het lossen van eenige Snaphanen, dog nae die tyd heeft het Schip Thienhoven gemanqueert het zeyn van antwoort te doen, 't welck ons als onbegrypelyk voorkwam, want hadden geen meerder seyl gemaekt dan wy reeds dien voorgaenden tyd, cours seylende met de andere Scheepen, voeren, en van het Schip Thienhoven heel facil konde gevolgt worden met die seylen, die hy gebruyckte wanneer wy den anderen nog in 't gesigt hadden, daerenboven so men al onderstelt (sonder in consideratie te nemen, dat wy alleen voerden beyde onse marsseyls dobbel gereeft en het kruysseyl), dat het Schip Thienhoven niet konde volgen, soo was het van syn pligt geweest om ons sulx door een zeynbrief uytgedrukt te adverteren en daarvan kennis te geven, ten eynden dat wy in so een geval onse marsseyls konden stryken of tegenbrassen om hem in te wagten, gelyk wy in de voor- en naemiddag ook gedaan hebben, want de mist soodanig ophelderde, dat men de distantie van een groete myl konde sien, sagen egter Thienhoven niet, en de Africaansche Galey van ons gepreyd synde, versekerde ons, dat Thienhoven niet vooruyt was, alsoo wy deswegen in twyfeling waeren, om het weynige seyl dat by ons gevoert was, en hy meerder moest hebben bygemaekt, om dat hy de Canonschooten van Thienhoven altyd aan ly agternyt gehoort en ook gesien had, als wesende tusschen ons beyden. Op de middag was de gegiste Zuyderbreete 38 graden 36 minuten en de lenkte 328 graden 24 minuten, de cours Zuyd-West
| |
| |
15 mylen, de wind Zuyd-Oost, Oost, Zuyd-Oost en Noord-Oost met een labber koeltje, sulx men dies te meer moet verwonderen, hoe het mogelyk is geweest dat men van den anderen heeft konnen afdwaelen, indien hetselve niet voorbedagtelyk was geschiet, dog hier van voor tegenwoordig genoeg, om op syn tyd nae de waere oorsaek naeder informatie te nemen: sagen veele vogelen en een kleyne zeehond. Voor het eyndigen van het tweede glas in de eerste wagt wierpen het loot en hadden de diepte van 75 vadem fyn Sandgrond; hierop preyde de Africaansche Galey en resolveerde te wenden en van de wal te leggen, alsoo 't niet raedsaem was met dick en mistig weder daerop te vervallen, te meer dewyl de wint heel Zuydelyk liep en dat het Schip Thienhoven niet by ons gekomen synde denselven noodwendig vooruyt moest wesen, of dat men andersints geen voordeelige gedagten van sodanigen scheyden konden formeeren: derhalve wenden wy en leyden de steven om de Oost, doende alle twee glasen een schoot met grof Canon, op hoop van onsen afgedwaelden daerdoor te ondecken. In het vierde glas van de eerste wagt hadden wy de diepte van 80 vaem, dog in het sevende glas van deselve wagt geen grond.
| |
18. -
Hebben wy met het sesde glas van de dagwagt om de West gewent, en de mist ophelderende kregen een suyveren hemel en klaren horison, dog konden van steng het Schip Thienhoven nergens beoogen: op de middag bevonden volgens de hoogmeeting van de Zon te wesen op de Zuyderbreete van 38 graden 18
| |
| |
minuten, en op de gegiste lenkte van 328 graden 18 minuten, de gekoppelde cours was Zuyden, ½ West 6 mylen, soo dat de raveling van de Stroom die wy twee dagen agter den anderen hadden gesien, om de Noord moet loopen, of souden anders geen Zuyd verlooren, maer ter contrarie gewonnen hebben, de wint synde Oost, Zuyden, Zuyden ten Westen en Zuyden ten Oosten, met een slappe bramseyls en marseyls koelte. In het tweede glas van de naemiddag-wagt wierpen het dieploot en vonden 50 vaem grauwe Sandgrond, maer konden geen land sien, om dat de kust van America, volgens de beschryving van de Zeeboeken, alhier seer laeg sig vertoond. Tegens Zons ondergank het loot wederom geworpen synde, hadden 56 vadem goede Keygrond met Schulpjes vermengt.
| |
19. -
Hadden in het tweede glas van de hondewagt 60 vaem Sandgront (vermengt met schulpjes), des naemiddags de bevonden Zuyderbreete van 39 graden 5 minuten, en de lenkte van 327 graden 20 minuten, de cours was Zuyd-West ten Zuyden, volgens de Resolutie van den 2. deser, als hebbende gepeylt de gront van Cabo Sanct Anthonio om verkent te syn. Ingevolge de polus hoogte van heden benevens die van gisteren, met de gegiste breete der twee voorgaande etmaelen, soo is ons overtuygend gebleeken, dat de stroom alhier niet Zuydwaerts (gelyk de Heer Fresier affirmeert) maer om de Noord loopt, want anders souden wy in een etmaal 24 minuten ten Zuyd hebben moeten winnen, mits onderstelling geen Stroom voor noch tegen te hebben, daer wy nu ter contrarie
| |
| |
18 minuten ons Noordelyker bevonden te wesen dan onse afgeseylde breete van den voorgaenden dag was: of ten waere dat het saysoen of jaertyt dese verandering van Stroom mogte veroorsaeken, alsoo den Heer Fresier (die wy bevonden hebben een waerachtig Schryver te syn in die route of vaerweg die wij met hem gehouden en afgeseyld hebben) dese streek van America in de maant van April gepasseert heeft; wy hadden seer uytnement goet weder, de wint zijnde tusschen het Oosten en het Noord-Oosten, met een labber bramseyls ook marseyls koeltje, ende de koude begint toe te nemen, sulx indien de polus hoogte van 60 graden Zuyd na proportie van dese (nu de Zon is in het Solstitium Capricorni) accresceren, soo valt ligt te voorseggen, dat de koude aldaer seer groot, streng en wreed sal wesen: met het ondergaen van de Zon wierpen het loot en vonden 60 vadem wasige gront, reefden onse marsseylen omdat de wint wackerde, en stuurden Zuyd-Zuyd-West, uyt vreese van te nae aen land te weesen. In 't sevende glas van de eerste wagt het dieploot andermael werpende, vonden 55 vaem grond als vooren: bergden alsdoen onse marssyls alsoo de Africaansche Galey niet konde volgen, en liepen voor de enkelde fock; onse morgen-peyling van der Zons opkomst toonde dat wy hadden 18 graden 38 minuten Noord-Ooster miswysing.
| |
20. -
Was de bevonden Zuyderbreete 40 graden 47 minuten, de lenkte 325 graden 51 minuten, de cours Zuyd-Zuyd-West, de wint Noorden, Noord-West, West en Zuyden, met een marsseyls en gereefde mars- | |
| |
seyls koelte, goet fris weder, maer kont: met Zons ondergank wiert het loot geworpen en bevonden van grond af te syn, als wanneer de wint nae het Zuyden loopende, ons nootsaekte Zuyd-Oost te stuuren, synde een labber koeltje. Den Commandeur heden Breeden Scheepsraad houdende heeft de onderstaende Resolutie getrocken en beraemt.
‘Breeden Scheepsraad, gehouden aen 't boord van 't Schip den Arend, present Mr. Jacob Roggeveen als President: Capn. Jan Koster: Jacob van Groenevelt, eerste Opperstuurman: Cornelis van Aelst, tweede Opperstuurman: Steven de Wit, eerste Onderstuurman: Frans Strooker, tweede Onderstuurman: Hermanus van den Emster, Hoogbootsman en Hendrik Brouwer, Constapel.’
| |
Saturdag den 20 December 1721.
‘In Rade door den President voorgedragen synde hoe dat alle natien, als Fransche en Engelsche en Hollanders, die gedestineert syn geweest om de groote en onbekende Zuyd-Zee, bewesten de vaste kust van America, te ontdecken en te bevaeren, voor een hoog nootsaekelyk gebruyk gehad en onderhouden hebben, (gelyk hunne Dag-Registers, door den druck wereldkundig gemaekt, sulx getuyg en) dat wanneer sy op de polus hoogte van 40 graden of daer ontrent, bezuyden den Evenaer gekomen waeren, hun swaerste Canon voor een groot gedeelte in 't hol of ruym van 't Schip geborgen hebben, om daer door een styveren vaster Schip te maeken, synde een precautie en voorsorge tegens
| |
| |
harde en geweldige stormen, die de naebyheit der Noord- en Zuydpool veelmaels subject en onderworpen is, soo dat den president dit genarreerde aen dese Vergadering in overdenking voordraegt, of de voorsigtigheyt niet eyscht dat men het boven gementioneerde als een goed exempel behoorde nae te volgen, om een gedeelte van ons grofste Canon in 't ruym van 't Schip weg te stuwen; waerop gedelibereert synde, is met unanimiteyt van stemmen goedgevonden en verstaen, dat men by d'eerste bekwame gelegentheyt vier agtponders van het onderdek en ses sesponders van het bovendeck, in 't ruym van 't Schip sal bergen en wegstuwen, voorts dat men de ses drieponders van het halfdek plaetsen sal op het dek, alwaer de set geborgen sesponders gestaen hebben, om met deselve, de reden en de tyt sulx vereysschende, zeyn te doen. Aldus geresolveert in 't schip en ten dage als boven:’
‘Was geteykent:
Jacob Roggeveen. |
Jan Koster. |
Jacob van Groenevelt. |
Cornelis van Aelst. |
Steven de Wit. |
Frans Strooker. |
Hermanus van den Emster. |
Hendrik Brouwer.’ |
| |
21. -
Hadden en bevonden Zuyder breete van 42 graden 3 minuten en de gegiste lenkte van 326 graden 7 minuten, de gekoppelde cours was Zuyd-Oost ten Zuyden, de wint seer variabel, synde Zuyden,
| |
| |
Noord, Oost, Zuyd-West en wederom Noord-Oost met een bramseyls koeltje, ook stilte, helder weder, maer kont: des naemiddags dede zeyn aen de Africaansche Galey om de compassen te leggen van 15 tot 20 graden, de lelie bewesten de naeld.
| |
22. -
Gisten met Noorder Zon te weesen op de breete van 43 graden 5 minuten, en op de lenkte van 324 graden 43 minuten, de gekoppelde cours was Zuyd-West 22 meylen, de wint Noord-Oost, Oost, Zuyden, wederom Oost, stilte, bramseyls ook marseyls koelte dik en mistig weder: deede veele zeyn-schooten die de Africaansche Galey beantwoorde: sagen ook kroost en groente dryven: in de agtermiddag de lugt ophelderende, zeynden den Capitain met de twee Stuurluyden van gemelte Galey aan boort, om met de onse Breeden Raad te houden over het afdwaelen uyt ons geselschap van het Schip Thienhoven, en welkers getrockene Resolutie de volgende is:
‘Breeden Raad der twee in compagnie seylende Scheepen, gehouden in 't Schip den Arend, present Mr. Jacob Roggeveen, President, Capitan Jan Koster, Capitan Roelof Rosendaal; Jacob van Groenevelt, eerste Opperstuurman, Cornelis van Aelst, tweede Opperstuurman, beyde bescheyden op den Arend. Jan Juriaanse de Roy, Opperstuurman op de Africaansche Galey. Steven de Wit, eerste Onderstuurman; Frans Strooker, tweede Onderstuurman, mede beyde op 't Ship den Arend dienst doende
| |
| |
en Jan Bos, Onderstuurman op de voornz. Galey.
| |
Maandag den 22 December 1721.
‘Den President dese vergadering geconvoceert hebbende, om het advys en 't oordeel van de Capitainen en stuurluyden te hooren en intewinnen, nopende de gehoude conduites van Capitain Cornelis Bouman, voerende het Schip Thienhoven, ten respecte van de zeynen by den Commandeur gedaen op den 16. en 17 deser maent, als wanneer den gemelte Capitain Bouman uyt ons geselschap is komen te verwyderen en af te raeken, om dat te mogen verstaen of imand der leden van dese vergadering magtig is (volgens zeemanschap) reden te konnen geven, dat hy Capitain Bouman by toeval en ongeluk van ons is afgedwaelt, en niet by een onverschoonelyke onkunde of gepremiditeerde voornemen en quaetwilligheyd van dese Expeditie en kruystogt te helpen uytvoeren, soo wert ten dien eynde, (aengesien dese stoffe teer en van een groot belang is, als waervan de eer en goede naem van iemant is dependeerende) een igelyk lid op het serieuste gerecommandcert alles wat ter materie dienstig is ('t sy tot beswaring of decharge en onschult van gemelte Capitain Bouman) te avanceeren. Derhalven om van het gepasseerde regtmatig te konnen oordeelen, so sal het nootsakelyk syn dat alle de omstandigheden onderscheydentlyk werden vertoont en voorgedragen: 't is dan sulx dat op den 16. jongstleden de lugt ontrent de middag met een dicken nevel of mist bedeckt wordende, ons het gesigt van de andere
| |
| |
Scheepen daer door ontrocken en benomen is: weshalven by den Commandeur met advijsen van den Capitain Jan Coster, goedgevonden is een Canon-schoot te doen, op dat de mede seylende Scheepen in staat souden konnen wesen van 't oordeelen over des Commandeurs nabyheyt of verafgelegentheyt tot hunne narigt, synde een zeyn onder Zeeluyden ordinaris gebruykelyk in kas van mist of doncker weder, om de in compagnie varende Scheepen by een te houden, gelyk sulx ook in onsen zeyn-brief staat gementioneert en uytgedrukt. Dog de Capitainen Bouman en Rosendaal, hebben niet goet gevonden onsen gedanen zeyn met een wederomschoot te beantwoorden: nae verloop van een glas ten tweedemael een schoot doende, is deselve van gelijken by beyden de gemelte Capitainen onbeantwoort gebleven, waer over den Commandeur sig ten hoogsten heeft moeten verwonderen, want den Commandeur op den 14 deser zeyn doende, waerdoor hy den Capitain van het Schip Thienhoven, en de Africaansche Galey, convoceerde ter raedpleging met deselve, soo heeft hy Commandeur als President (beyde de Capitainen in rade sessie genomen hebbende) geproponeert en in serieuse bedenking gegeven dat een ygelyk der hoofden van de eerste rang deser Expeditie ten hoogsten verpligt was om aan de intentie van de Vergadering van Thienen, hunne principalen, behoorlijke genoegdoening te geven in 't betragten van hare yver en eed, en dat dese betragting onder andere tot een wesentlyke doel had, dat de Scheepen deser expeditie by den anderen bleven, en dat vervolgens het nootsaeklyk was om de zeynen, 't sy
| |
| |
schooten van 't Canon of vuuren agter op met wederzeynen te beantwoorden, 't welck de geheele reyse was naegelaten, niet jegenstaande hunne zeyn-brieven (die met hare toestemming beraemt en onderteykent syn) sulx uytdruklyk comprehenderen en behelsen: wyders dat wy een climaet of lugtstreek begonnen te naederen, waervan de dag-registers van Hollanders en andere natien, die door de Straet van Magellanus, Le Maire, of het Staten Land beoosten om, de groote Zuyd-Zee bevaren hebben, getuygen dat daer een dicken nevel en mist heel frequent en gemeen is, waerdoor de Scheepen ligtelyk van den anderen konnen gescheyden worden, voornaementlyk indien de mist met harde winden blyft continueeren, ten sy dat men exact waerneemt het doen en het beantwoorden van de behoorlyke zeynen; eyndeling, in cas de voorschreve twee Capitainen in het toekomende nalatig bevonden wierden, dat hy Commandeur nu voor alsdan tegens deselve protesteerde van de schaden en ongelucken door hun versuym en negligentie ten opsigte deser Expeditie, de generaele West-Indische Compagnie veroorsaekt en aengedaen: dog dat hy president van het geproponeerde geene Resolutie of aenteeckening voor tegenwoordig soude trecken of houden, alsoo sulx odieus by hunne Principalen genomen werdende, voor haer ganschelyk niet voordeelig soude wesen, mits nogtans dat sy Capitainen in het toekomende behoorlyk op de gedaene zeynen souden komen te antwoorden, alle hetwelke by de voorschreven Capitainen Bouman en Rosendaal aangenomen en vastelyk belooft synde, is de vergadering van den 11. deser daer op
| |
| |
gescheyden, sulx de President, door het niet beantwoorden der twee zeynen op den 16. laatstleden gedaen, immers regtvaerdige reden heeft van te moeten concluderen, dat het nalaten van deselve, een inexcusabile kwaedaerdigheyt of gepremediteert overleg en voornemen is, om sig van dese expeditie (onder den deckmantel van de mist) te absenteren: doch de derde zeynschoot, op syn tyd gedaen wordende, wierd eyndelyk by de twee gemelte Capitainen beantwoort, die alsdoen heel digt by ons waeren, soo dat men in 't vervolg met een charge van vier snaphaenen zeyn dede, die telkens met snaphaenschoten antwoordden tot het negende glas van de agtermiddagwagt, als wanneer de mist ophelderde, in dier voegen, dat wy den anderen seer bescheyden konden sien: dus in 't bysyn van ons geselschap voortseylende, is by den Commandeur en Capitain Jan Koster goet gevonden (also den horison of kimmen der lugt nog dik en mistig waren) om van cours te veranderen, en ten dien eynde zeyn gedaen hebbende, stuurde Zuyd-West aen, om het land niet te nae te komen of aen te doen met dik en diesig weder, gelyk ook de reden en zeemanschap dicteeren: waer op de twee voorschreve Capitainen van de scheepen Thienhoven en de Africaansche Galey, aanstonds hunne cours verandert hebben, nae het voorbeeld des Commandeurs Zuyd-West stevenende: dan de mist daarnae sig wederom verdikkende en de scheepen andermael verlooren hebbende, heeft den Commandeur, alle glasen, soo met grof Canon als Musquettery, zeyn gedaen, welke ook van beyde de Scheepen behoorlyk syn beantwoort: en dese beantwoording
| |
| |
heeft gecontinueert tot het sesde glas in de hondewacht (synde des morgens ten drie uren van den volgenden dag, of den 17 deser), selfs vermeynen eenige stuurluyden van het Schip den Arend, dat sy in 't beginne van de dagwagt, de beantwoording van 't Schip Thienhoven met Canon gehoort hebben, maar nae die tyd heeft het gemelte Schip Thienhoven gemancqueert zeynschooten tot het beantwoorden te doen, 't welck alle zeekundige als onbegrypelyk sal moeten voorkomen, wanneer men aenmerckt, dat by den Commandeur geen meerder zeyl gemaakt is dan hy reeds den voorgaenden dag ende de daarop volgende nacht, zeylende met de andere Scheepen, en hoorende de beantwoordende zeynschooten als van Musquet en Canon, voerde, en van het schip Thienhoven ligtelyk konde gevolgt worden met die zeylen die hy aenhadde, wanneer de Scheepen den anderen in 't gesigt waren, en 't geen onwederspreekelyk komt te consteren waarachtig te wesen, alsoo het selfde schip den voorgaenden dag en den volgenden nacht by ons is geweest, gelyk syne gedaene zeynschooten, tot beantwoording van de onse, overtuygende bevestigen: daerenboven ingeval dat men al presupponeerde dat het schip Thienhoven niet konde volgen (des neen), soo was het van den pligt van den Capitain Bouman geweest, om den Commandeur, door een zeyn in den zeynbrief uitgedruckt, deswege te advertelen, ten eynden dat den Commandeur soude konnen tegenbrassen of syne bystaande seylen stryken; eyndelyk, nae verloop van ettelyke glasen een redelyk suyvere lugt krygende, dat men de distantie van een groote
| |
| |
myl konde sien, soo was het Schip Thienhoven egter buyten ons gesigt, maar de Africaansche Galey digt by ons synde, preyden wy die, en denselven toeroepende dat wy bedugt waren dat Thienhoven vooruit mogt syn, so versekert Capitain Rosendaal, dat het gemelte Schip Thienhoven niet voor uyt was, also hy de Canonschooten altyd agter uyt gehoort had, als wesende tusschen ons beyden. Wat nu de ware oorsaek is, dat gemelte Capitain Cornelis Bouman van ons is afgeraakt (aangesien wy buyten de mist het gewenschste en schoonste weder hebben gehad om by den anderen te blyven, als men van den hemel soude konnen desidereren, wesende een labberkoeltje uyt het Zuyd-Oosten, Oost-Zuyd-Oost en Noord-Oost), word aen dese Vergadering in overweging gegeven, om voorts in dier voegen te adviseren, als een iegelyk vermeynde tot beantwoording van syn pligt aan Haere Agtbaarhedens, de Vergadering van Thienen, te behooren: waarop dese Vergadering delibererende en alles geconsidereert hebbende, wat in overweging diende te komen, soo is met eendragtigheid van stemmen goedgevonden en verstaen, dat het hun alle te saemen en een iegelyk in 't besonder heeft toegeschenen, dat Capitain Cornelis Bouman met soodaenigen weder, wind en goede directie van saeken, geheel mackelyk met de andere Scheepen heeft konnen byhouden, sonder van deselve af te dwaelen: dog dat de ware oorsaek deser scheyding by niemant te raden is, alsoo sulx alleen behoort ter verantwoording van gemelten Capitain Bouman. Nadat dese saek dus geëx- | |
| |
pedieert was, heeft Capitain Roelof Rosendaal sig beklaegt over de twee eerste gedaene zeyn-schooten, van dieselve niet te hebben beantwoort, want hy Capitain vermeynde sulx vrugteloos te syn, om dat hy ons in 't
gesigt hadde. Dan dese excuse sodanig latende sonder verder daerop te insteren, hebben egter denselven versogt in het toekomende antwoort te doen, op dat wy ook door ons gehoor van desselfs bysyn versekert konden wesen.’
‘Actum in 't Schip en ten dage als boven:
(was geteykend:)
Jacob Roggeveen. |
Jan Koster. |
Roelof Rosendaal. |
Jacob van Groeneveld. |
Cornelis van Aelst. |
Jan Jurriaansen de Roy. |
Steven de Wit. |
Frans Strooker. |
Jan Bos.’ |
| |
23. -
Was de gissing onser Zuyder polus hoogte 45 graden 11 minuten en de lenkte 322 graden 45 minuten, cours Zuyd-West ten Zuyden 38 mylen, de wind Oost-Noord-Oost, Noord-Oost en West, marseyls, gereefde marseyls en onderseyls koelte, mistig weder: hadden de Africaansche Galey digt by ons in 't gesigt, dog in de agtermiddag kregen een heldere en suyvere lugt. Wy bevonden by een avont-peyling 18 graden 25 minuten Noord-Ooster miswysing van 't compas.
| |
| |
| |
24 -
Bevonden ons met Noorder Zon op de breete van 45 graden 3 minuten bezuyden d'AEquinoctiaal, en op de gegiste lenkte van 322 graden 19 minuten, de gekoppelde cours was West ten Zuyden 15½ myl, en de wind variabel, als West, Zuyd-Zuyd-West, Zuyd-West, Noorden, Noord-Oost en Noord-West, schoon weder met stilte, labber, bramseyls en marseyls koelte; hadden volgens de morgen-peyling 21 graden 32 minuten miswysing om het Noord-Oosten.
| |
25. -
In den voormiddag wierpen het dieploot, dog hadden met een lyn van 120 vadem lenkte, regt op en neer, geen gront, bevonden ons des middags op de Zuyderbreete van 45 graden 52 minuten, en op de gegiste lenkte van 321 graden 41 minuten, de gekoppelde cours was Zuyd-West ten Zuyden, de wind ongestadig, synde West, Noord-West, West-Noord-West en Zuyd-West, slappe bramseyls en marseyls koelte, schoon, fris maer koud weder: onse avond-peyling toonde dat de miswysing was 21 graden 30 minuten Noord-Oost.
| |
26. -
Bevonden op den middag 46 graden 13 minuten Zuyder polus hoogte en de gegiste lenkte 322 graden 2 minuten, de gekoppelde cours Zuyd-Oost ½ Oost, de wind West-Zuyd-West, Zuyd-West en Zuyd-Zuyd-West met een labberkoeltje, ook stilte, schoon helder en warm weder: sagen drie à vier zee-robben: wy hadden by een avond peyling 20 graden 40 minuten Noord Ooster miswysing.
| |
27. -
Kregen met het begin van de honde-wagt
| |
| |
een slap koeltje uyt het Noord-Oosten, 't geen langsamelyk wackerde tot een styve marseyls koelte, soo dat wy met Noorder Zon gisten te syn op de Zuyder breete van 46 grade 47 minuten, doch tot verwondering bevonden wy, ingevolge onse hoogmeting, dat de verandering onser breete van gisteren alleenlyk was 15 minuten. Sulx wy hier door nogmael bevestigd syn geworden, dat de stroomen Noordwaerts hunnen loop nemen. Onse gegiste lenkte was 320 graden 46 minuten, de cours Zuyd-West ten Westen om Cabo Blanko in gesigt te loopen, of desselfs grond door het dieploot te pylen, om verkent te wesen, alsoo de Zuydelyke winden ons te veel om de Oost gevoerd hebben: schoon weder; in het 14. glas van de naemiddag-wagt wierpen het loot en hadden de diepte van 80 vaem fijne Zandgrond: stelden als doen onse cours Zuyden aan. Ingevolge de morgen peyling van der Zons opkomst was de Noord-Ooster miswysing 21 graden 39 minuten.
| |
28. -
Hadden de Zuyder breete van 48 graden 11 minuten, volgens onse Zons hoogmeting, en de gegiste lenkte van 319 graden 26 minuten: de gekoppelde cours was Zuyd-Zuyd-West ½ West, de wind Noord-Oost, Noorden, West-Zuyd-West, Zuyden, marseyls en gereefde marseyls koelte, goed fris weder, bevonden 21 graden 23 minuten Noord-Oostering.
| |
29. -
Was onse gegiste Zuyder polus hoogte 49 graden 9 minuten, de lenkte 318 graden 49 minuten, de gekoppelde koers Zuyd, Zuyd-West, 16 mylen, de
| |
| |
wind seer veranderlyk, als Zuyd, Zuyd-West, Zuyden, Zuyd-Oost, Oost, Noorden ten Oosten, met eene labber, bramseyls en marseyls koelte, goed weder, doch een betogen lugt en seer koud: sagen groote menigte van kleene witte en groote meeuwen, daar onder veel swarte, waarvan in de voorgaande dagen nu en dan wel eenige gesien hadden, maar niet in sulken overvloet; met Zons ondergank staken wy onder de wint om te looden, en hadden de diepte van 90 vaam van grof bruyn Zand, met kleene roode steentjes vermengt. De Zon in 't opkomen gepeylt hebbende, bevonden de miswysing te syn 20 graden 30 minuten Noort-Oost.
| |
30. -
Waren, ingevolge der Zons hoogte, op de Zuyder breete van 50 graden 36 minuten, en op de gegiste lengte van 319 graden 30 minuten, de gekoppelde koers was Zuyd ten Oosten, ½ Oost: de wind Noorden, Noord-West, Zuyd-West en Zuyd-Zuyd-West, met een slappe, ook bramseyls en marseyls koelte, goed weder maer kout; sagen in het 3de glas van de naemiddag land, 't geen door de Africaansche Galey eerst was gesien, die ons door een zeyn daervan kondschap gaf, leggende nae gissing 5 meylen Zuyden ten Oosten van ons, en 't welk wy meynden te syn de drie Eylanden van Sebold de Waart, omdat de vertooning van verre sodanig was; doch voortzeylende ontdekten wy het contrarie: in het 8ste glas kregen een travaet, reefden onse marseylen en wierpen grond op 70 vaem graauw Zand, (stuurden alsdoen nae de strecking van den wal) de wind synde tusschen het Westen en het Zuyd-Wes- | |
| |
ten; in 't eynde van de eerste wagt (behoorende eigenlyk tot het volgende etmael), hadden de diepte van 62 vaem tog geen groot aan 't loot: by een morgen peyling bevonden 23 graden 18 minuten Noord-Ooster miswysing.
| |
31. -
Gisten te syn op de Zuyderbreete van 51 graden 15 minuten, want hoewel wy schoon en helder weder hadden, konden egter geen Zons hoogte nemen, om dat de Zon in 't Noorden en de Wal in 't Zuyden van ons synde, de schaduwe van den horison des graedsboogs op het land viel, waerdoor ons belet wierd, om die schaduwe met de kimmen des Hemels over een te brengen. Onse gegiste lenkte was 322 graden 17 minuten, de gekoppelde cours Oost, Zuyd, Oost ½ Oost, 28 mylen: de wind Zuyd-West, West en West ten Noorden, met een bramseyls en marseyls koelte; de Noord-Ooster miswysing als boven.
|
|