hoe 't mogelijk is, dat uw zoon ongedeerd is gebleven, toen de vliegmachine in de moerassen terecht kwam, zoodat drie menschen buiten kennis geraakten. Hij bleef zonder letsel!! En nu is hij in 'n ommezien van Sferzin naar Sphorskx gereisd! Met de snelheid van een vogel! Zouden deze gebeurtenissen verband hebben gehouden met zijn onzichtbaarheid?’
‘'t Is heel vreemd’, zei Vader.
‘In zijn telegram zegt hij: Brief volgt’, ging de Commissaris verder. ‘Wellicht schrijft hij U over al deze vreemde dingen. Wilt U zoo goed zijn, mij dadelijk op te bellen, als U den brief ontvangt?’
‘Natuurlijk’, antwoordde Vader, ‘ik was niet anders van plan’.
Toen ging de Commissaris weg.
Een paar dagen later kwam de brief!!!
't Was een vuile, groezelige envelop, met vreemde postzegels beplakt, geschreven met potlood, kennelijk in haast.
Bram schreef:
Lieve Vader en Moeder,
Wees over mij niet ongerust! Ik heb Ulange dagen niets kunnen schrijven, hoewel ik alles gedaan heb om U iets van me te laten hooren. Ik ben gezond en onzichtbaar! Ik kan U niet alles schrijven, wat ik heb meegemaakt, maar als ik over een poosje weer bij U terug ben, zal ik U alles tot in de fijnste puntjes vertellen, en dan zult U verwonderd staan over alles, wat ik heb beleefd!
Op 't oogenblik zit ik in een kermiswagen ergens in Polen. De wagen botst en hotst erg, zoodat ik heel onduidelijk kan schrijven. Daarbij komt, dat ik vanwege mijn onzichtbaarheid, zelf niet kan zien, wat ik schrijf. De kermiswagen is van Mr. Ludovicini. Hij is Directeur van een reizend circus; gisteravond hebben we in Sphorskx een voorstelling gegeven, waarin ik ook geholpen heb. 't Was erg aardig.
Ik heb Mr. Ludovicini alles van mijn onzichtbaarheid verteld. Hij is de eenige die niet hard is weggeloopen. Hij heeft me ook aangeraden, om niet naar Holland terug te keeren, vóór ik weer zichtbaar ben geworden.
Zoo lang blijf ik in zijn circus.