Bij den barbier. V
Een uur lang loopt Daantje verder.
De weinige menschen, die hij voorbijkomt, kijken hem verbaasd aan.
‘Wat ziet die man er vreemd uit,’ denken ze. ‘'t Is net, of de muizen aan zijn baard geknabbeld hebben. En waarom heeft hij geen kiel aan?’
Daantje begrijpt wel, wat de menschen denken.
Hij vindt het heelemaal niet prettig, dat ze hem zoo aankijken.
Maar hij weet heusch niet, wat hij daartegen moet beginnen.
De weg maakt een groote bocht.
Daantje volgt de bocht en komt terecht op het marktplein van het naburige dorp.
Er staat een kerk midden op het plein.
Om die kerk staan twaalf huizen.
Aan een van die huizen is een uithangbord vastgemaakt.
Daantje kijkt, wat er op dat bord te lezen is.
Dit staat er op: ‘Joris Jansen, scheerder.’
Opeens begint Daantje te lachen.