Zuurkool met spek! III
Met groote stappen loopt Daantje het dorp uit.
Het zonnetje schijnt vroolijk.
De vogels in de boomen zingen lustig hun wijsjes.
De bloemen geuren o zoo heerlijk.
Alle menschen zijn blij.
Alleen Daantje is.... boos! Op de zuurkool. En op het spek. En op Grietje, zijn vrouw.
Er staat een groote vogel aan den waterkant. Hij heeft een langen snavel en hooge pooten. Zijn veeren zijn rose gekleurd. 't Is een grutto.
Als de vogel Daantje met zijn booze gezicht ziet aankomen, vliegt hij klapwiekend de lucht in.
Hij roept zijn eigen naam.
‘Gru-to! Gru-to!’ roept hij.
Daantje, kwade Daantje, verstaat heel wat anders.
‘Zuur-kool! Zuur-kool!’ verstaat hij.
‘Leelijke vogel!’ roept hij. ‘Moet je mij voor den gek houden?’
‘Gru-to!’ roept de vogel.
‘Zuur-kool!’ verstaat Daantje.