De roman van het tijdschrift Forum of Les liaisons dangereuses
(1965)–Maurice Roelants– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
[pagina 209]
| |
Hier is dan al het strijdmateriaal bijeengebracht, dat betreffende de splitsing en het einde van Forum voor het rapen viel. Met deze floretten hebben we elkaar geschramd, en toen het geschil naar zijn einde ging, een kort eresaluut gebracht. Einde oktober 1935 waren tussen ter Braak en mij alle instrumenten over de liquidatie uitgewisseld. Wij hadden de publikatie van de verklaringen der twee redacties geregeld: begin november. Zij liet nog een halve maand op zich wachten. Doeke Zijlstra beproefde in die tijd nog in ‘een hevige correspondentie met ter Braak’ ‘Virginia’ uit Forum weg te houden. Ik leefde reeds voor andere dingen, toen ik zijn serene mededeling ontving. ‘...Erkennende dat de uitgever niet mag ingrijpen in redactionele aangelegenheden, heb ik tenslotte de heren de vrije hand gelaten. Ik hoop dat de Nederlandse redactie thans het gevoel heeft, dat aan de eer is voldaan.’ Het is goed dat zo iets laat komt, na het beproeven van alle reddingspogingen. Doeke Zijlstra schreef voor zich zelf het ultiem woord neer, dat geen enkele redacteur, ondanks de een of andere kortstondige slipper van woede, hem onthouden kon: tot zijn levensbegrip, waarvan zijn uitgeversfunctie slechts een onderdeel was, behoorde vooral dat gevoel van eer. Twee gekoppelde redacties weigerden voor elkaar het hoofd te buigen. Doeke Zijlstra worstelde om Forum in stand te houden. Hij ambieerde daarbij allesbehalve een winstobject te bewaren. Als fronton boven de uitgeverij, mocht het in zijn ogen geld kosten. Zijn auteurs waren overigens om andere redenen dan louter materiële aan hem verbonden. Hij was voor dat lastig volk, dat schrijvers meestal zijn, de humaanste der uitgevers. | |
[pagina 210]
| |
Ik blik met plezier terug op de floretgroet van Menno ter Braak in zijn overigens zo bewogen memorandum van 3 oktober 1935, dat hij niet aan Doeke Zijlstra maar aan Nijgh en van Ditmar N.V., derhalve plechtig aan het hoogste gezag, had gericht: ‘Vóór één ding ben ik dus hartelijk dankbaar: dat Forum de tragikomedie van De Nieuwe Gids is bespaard gebleven. Ik ben er van overtuigd, dat de partijen in dit conflict, hoe verschillend ook, althans eensgezind verheugd zullen zijn.’ Hoe zouden wij niet eensgezind verheugd geweest zijn? De ‘liaisons dangereuses’ tussen zondaars van diverse soort waren ten einde. De vreugde, hoe zij zich later ook herstellen mocht, was echter voor mij van korte duur. Mijn dierbare vriend Raymond Herreman legde mij, voor mijn gevoel veel te laat, zijn begrijpelijke gewetensbezwaren voor. Zij konden geen nieuwe keer aan de reeds in de lucht hangende liquidatie geven. Hij wilde toen alleen op eigen riemslag varen. Mijn reactie viel uiterst vlug en radicaal. Aan allen zond ik het bericht: ik doe niets meer voor een verloren zaak. Maar voor allen ook een kort floretsaluut: - ‘Ik hoop uit onze samenwerking vooral de prettige momenten te zullen onthouden en verblijf met voor eenieder goed gekozen waardering.’ Voor mijn prompte interventie was Menno ter Braak gevoelig. De volgende dag was daar reeds zijn hartelijke dank zonder één ironisch woord: ‘Ik ben evenzeer als jij voornemens, om, zodra deze onverkwikkelijke kwestie is geregeld, meer aan de plezierige dan aan de onplezierige momenten te denken: van enige rancune is bij mij geen sprake, | |
[pagina 211]
| |
omdat ik te duidelijk zie, dat hier twee standpunten (via het toevallige “Virginia”) in botsing zijn gekomen’. Geheel de correspondentie over Forum kan voor mij de glans niet wegnemen van die kleine flits: de laatgekomen, maar duidelijke erkenning, dat ‘twee standpunten (via het toevallige “Virginia”) in botsing zijn gekomen’. |
|