Lucebert te spreken: ‘een zee / aan de mond van al die rivieren / die wij eens namen gaven als / dada...’ Deze regels slaan weliswaar in het bijzonder op de experimentele poëzie, maar uit de definitie zelf blijkt reeds dat wij in deze zin onder experimentele poëzie moeten verstaan: de ‘idee’ die ten grondslag ligt aan ‘de moderne poëzie’ als totaal verschijnsel.
Wat in Nederland ‘experimenteel’ heet, heet dus in Frankrijk b.v. simpelweg ‘la poésie moderne’; dit is de feitelijke betekenis van het woord ‘experimenteel’. Waar zich de nieuwe poëzie in Nederland echter tegen een sterke traditie moet afzetten, is het begrijpelijk dat deze poëzie door haar beoefenaar zelf aanvankelijk vooral als experiment, als ontdekkingsreis over het ‘levend water’ van de taal wordt ervaren: hij ziet zich als Columbus op de ‘zee aan de mond van al die rivieren’ enz. Dit is dan de affectieve betekenis van de term ‘experimenteel’. Beide betekenissen zijn echter niet te scheiden, want ook waar de moderne poëzie de eerste opwinding over de vele nieuwe perspectieven te boven is, blijft zij in wezen een ont-dekkende poëzie - in tegenstelling tot de oudere poëzie, die in wezen ver-hullend is. De poëzielessen van Dorat aan het Collège de Coqueret, als volgt samengevat door zijn leerling Ronsard:
Disciple de Dorat qui longtemps fut mon maître,
M'apprit la Poésie et me montra comment
On doit feindre et cacher les fables proprement
Et à bien déguiser la vérité des choses
D'un fabuleux manteau dont elles sont encloses.
- mogen reeds eeuwen uit de tijd lijken, in werkelijkheid is dit tot op de huidige dag de werkwijze van wat wij de traditionele poëzie noemen, die de ‘waarheid der dingen’ in het fabuleus gewaad van beeld en harmonie kleedt tot idee, allegorie, poëtisch ‘thema’.
Zoeken wij naar een term, waarin zowel de feitelijke als