Stilte, woedende trompet(1959)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] 5. besneeuwd landschap [pagina 41] [p. 41] Besneeuwd landschap Het ijle glaswerk van het middaguur Bomen van rood glazuur Archaïseren de sneeuw Het licht staat hoog en puur Als de voetstap van een verpleegster Men moet dit langzaam leren: Er zijn geen goden en de waarheid Is niet van sandelhout gemaakt De passie is eenzelvig als een menhir Er is geen schaduw en geen lichaamswarmte Er is geen echo en geen weerschijn Er is geen lijn van nu naar weer-nu Er is geen pijn met bladzij zoveel Er is geen rijm op leven Het hart heeft geen geschiedenis (het ijle glaswerk van het middaguur de sneeuw een metropool van stilte en de organen ingedeeld naar rang en ras) Men moet dit langzaam leren: Men moet dit leren met handen als de ceremonieuze spiegels in een rococopaleis Men moet dit leren het voorhoofd een stenen bassin waarin pronkzieke duiven hun weerga van pronkzucht betichten Men moet dit leren als de litanie van zand en zand Men moet dit leren met het maagdlijk rituaal van klimrozen De gestyleerde adem van een basilisk Men moet dit leren als een vergezicht Men moet dit leren met de ernst waarmee een drachtige wolvin astronomie studeert Met het geduld waarmee de wijn in grijze kloosterkelders een god schept naar zijn eigen beeld Men moet dit leren als de groepsmoraal van wilde eenden Als de lucide hefde van een vogelspin [pagina 42] [p. 42] Als het vóór-ijlen van een distichon Men moet dit leren met de roerloze trots van een reiger Men moet dit leren de schouders symmetrisch De lippen geslepen En de ogen Exact en teder als een kaukasische dolk (de hemel vorstelijk van bouw de lucht een kitteling van pauweveren) Men moet dit langzaam leren Men moet dit langzaam leren Men moet dit leren als een naam (maar wie leert er nog namen wie heeft er nog tijd voor namen wij leren de astronomie van hoeden de telescopage van woord in waard de functieverdeling van mond- en vrouwzeer de kybernetiek van tafel en bed wij leren het in en het uit van de treinen wij leren de straten maar niet de pleinen het scherp van een stem maar niet zijn gevest de vlam van een blik maar niet zijn kristal wij leren de massa en de gratie maar niet hun kruisiging wij leren de som en de multiplicatie maar niet de verenkelvoudiging) Men moet dit leren langzaam als een naam: Het is Vorige Volgende