Verantwoording
Laat ik beginnen met te zeggen wat dit boek niet is. Het is geen verzameling kritische profielen van een aantal representatieve schrijvers en dichters en evenmin een overzicht van de moderne litteratuur. Men kan er enkele profielen in vinden (van Pierre Kemp, Achterberg, T.S. Eliot, Carmiggelt, de essayist Vestdijk), maar daarnaast zal de lezer besprekingen van afzonderlijke boeken aantreffen, waarin het meer gaat om een uiteenzetting of discussie van de bijzondere problemen, die deze boeken opwerpen, dan om een poging een afgerond beeld van de auteur te geven. Anderzijds bevat deze bundel ook geen systematische en samenvattende litteraire filosofie: hij bevat slechts een keuze uit de vele essays, artikelen en kritieken die ik in de loop van een tiental jaren geschreven heb, en die, naar gelang het doel van de publikatie en het publikatiemedium, verschillen in kritische aanpak, in toon en in stijl. Daar staat tegenover dat de bundel inderdaad een keuze bevat, hetgeen een zekere doelgerichtheid impliceert; ik heb de afzonderlijke stukken dan ook in een zodanige volgorde geplaatst - in een zodanig perspectief - dat de aandachtige lezer er niettemin, achteraf, iets als een ‘litteraire filosofie’ uit distilleren kan. Om de aandacht van de aandachtige lezer gaande te houden, heb ik elk van de vier hoofdstukken, waarin ik het boek verdeeld heb, door een ‘fabel’ vooraf doen gaan, die, zo zij de lezer niet helemaal duidelijk mocht zijn, in ieder geval het voordeel heeft kort te zijn.
Sommige schrijvers zijn zo gebiologeerd door de demonie van ‘het systeem’, de (hoe dan ook) gemechaniseerde en in haar mechanisatie absurd geworden werkelijkheid, dat zij er hun ogen niet van af kunnen wenden; de humor (Belcampo, Carmiggelt) kan hier bevrijdend werken: maar is het niet meer een tijdelijke ontspanning dan een werkelijke bevrijding?
Andere schrijvers laten zich door de zuigkracht van de ‘oorspronkelijke chaos’, de moederlijke oergrond, beheersen en men kan zich zelfs afvragen in hoeverre deze zelfde zuigkracht zich, onder een intellectualistische vermomming, ook in het relativisme en antispecialisme van Forum, van Vestdijk manifesteert; en de beschikbaarheid kan ongetwijfeld een grote kracht vormen, kan zelfs tijdelijk een Christus opleveren (Max Croiset), maar alweer: tijdelijk. De oorspronkelijke, oer-spronkelijke chaos heeft een statisch en een dynamisch aspect: oer-chaos en sprong. In de