van de verte), deze in een gedicht dat de ochtend tot onderwerp heeft plotseling in het negatieve omslaat:
als kwallen op het strand
Met het einde van de dag corresponderen in de jaarcyclus de nazomer en de herfst; het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn voorkeur naar dit jaargetijde uitgaat. Zelfs waar hij in de herfst het symbool van levensmoeheid ziet, blijft het positieve karakter bewaard:
wou laten regeren over de
dingen is moe en een klacht
draagt hij op zijn hoofd als
een doornenkroon, maar hij lacht
En eenzelfde rol als herfst en avond spelen in zijn poëzie zonnebloemen (typische nazomerbloemen), fruit, meloenen (men denke aan de overrijpe, wat ‘vermoeide’ geur van deze vruchten). In het gedicht op blz. 31/32 moeten zonnebloemen, fruit, lang, zacht, avond en herfst trouwens gezamenlijk de sfeer van ‘laat’ en ‘afscheid’ scheppen.
Nu hebben de avondschemer, de herfstnevels, de ‘gevoileerde’ geur van late vruchten een aspect gemeen, dat men het Omhullende of het Omhullend-Beschermende zou kunnen noemen. Het is een aspect, dat retrospectief ook voor de kinderjaren kenmerkend is, en het is dan ook niet toevallig dat kinderen een niet onbelangrijke rol in de gedichten van Lodeizen spelen. Regels als:
‘en het eenzame kind speelt op zijn lichaam als een guitaar’
of: