fessor de wetenschap, dient hij er de poëzie mee (tenzij dan natuurlijk indirect, door zijn deel bij te dragen aan het scheppen van een situatie, waarin de dichter zich weer ongehinderd kan uiten). Wanneer men al over de maatschappelijke functie van de poëzie wil spreken, dan ligt deze zeker niet hierin, de gevoelens van een zo groot mogelijk aantal mensen te vertolken; haar enige functie is de taal tot een zo soepel en effectief mogelijk nationaal bezit te maken. Want tenslotte zijn het niet de gevoelens die de taal scheppen, maar is het de taal die de gevoelens - dat wil dus zeggen: de cultuur, de beschaving - schept, die
althans de primaire, ongevormde gevoelens gelegenheid tot verfijning en differentiatie biedt; het zijn niet de Romeo's, maar de Shakespeares die de liefde hebben uitgevonden.
In de tweede plaats: de baisse in poëzie na de oorlog kwam niet voort uit het feit dat de dichters weer ‘individualistische’ of zogenaamd ‘onverstaanbare’ lyriek gingen schrijven, maar juist uit het feit dat zij dit niet deden; dat de uitgevers grote hoeveelheden gerijmel op de markt brachten, die in geen enkel opzicht beantwoordden aan de reële, ofschoon misschien grotendeels onbewuste verlangens van het poëzie-lezend publiek: d.w.z. dat gedeelte van het publiek dat poëzie leest om derwille van de poëzie, niet om allerlei ‘strekkingen’ of geijkte sentimenten die op zichzelf niets met poëzie te maken hebben, maar toevallig op maat en rijm geschreven zijn. Dàt die belangstelling er was, bleek omstreeks 1950, toen zich eindelijk een vernieuwing in de poëtische productie begon af te tekenen. Toen de Uitgeversmaatschappij Holland in 1950 met haar Windroos-reeks begon, verwachtte niemand er eigenlijk veel succes van; na enige jaren bleek de reeks echter een opvallend goed onthaal te vinden, en het opmerkelijke daarbij was dat - naast enkele bekroonde bundels, die het bij het publiek natuurlijk altijd ‘doen’ - juist de bundels van die dichters, die een vernieuwing in poëticis brachten, van de ‘experimentelen’ en para-experimentelen, al spoedig uitverkocht waren of tweede drukken beleefden. Ook bij aanvankelijk voorzichtiger uitgevers komen deze dichters thans