Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 211] [p. 211] Gerard Diels Toen naakte handen, met verzet geladen Toen naakte handen, met verzet geladen, - als voor een nieuwen sprong de schoten luwden, - nog drijfhout van verstrooide zegepralen in de wanhopige verschansing stuwden, toen viel de havenwind op vlakke schepen, als een zacht rund, dat onverwacht getroffen, de pijn niet voelt, maar duizlend in een nevel van loom verwonderen wordt neergetrokken. Een langgerekte sleep van karavanen bedekte de oase met woestijnen, en uit de elevators op de kaden vloeiden door walmend graan blinkende schijnen van gloeiend zand. Gonzende vleugels zweepten het groen Sint Elmsvuur uit de stalen masten. Eén harde donderslag vlaagde de leegte der tempels open en de oude barsten van al 't verweerde vielen terug tot schrammen zonder belang voor wie den afgrond zagen: De stad, een kooi vol reikhalzende vlammen; vol offerdieren, die te wachten lagen. Een paarse bal, die op den oever danste, opvliegend naar de pakhuizen van donker. Een suizende adem, in een tong veranderd, waaraan een vuren schreeuw is opgesprongen. Een hete ster, die aan den zeeweg fonkelt. Waar de verlamden om verrijznis vroegen, klonk uit de kelders een eentonig roepen. En ik vernam, dat, als Gods stem in 't ruisen van het koren, men in het ritslen der verschroeide balken het hooglied van den Poeroesja kon horen. [pagina 212] [p. 212] Maar toen ik kwam, gleed al de stad, geluidloos en verloren, onder de zwarte vlag der katafalken. Vorige Volgende