Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De overlevende Wanneer mijn vader sterft, laat mij dan staan Vereenzaamd als een treurboom in 'n plantsoen, Gesmukt met 't teerste, avondlijkste groen, Bijna bebloesemd, sneeuwwit aangedaan. Bijna een bruid, boven de sponde waar Sinds kort mijn moeder ook een toevlucht vond; En ruisende hernieuw ik 't oud verbond Met mijn diepst neergebogen treurgebaar. Zo, treurend, zou ik willen sterven ook. Maar hoe te sterven, zo ver boven hen? Erbarm u mijner, treurboom die ik ben, Gedoemd te bloeien onder de stadsrook, In 't tweeslachtig plantsoen, geen stad, geen land, Dalend als sneeuw en stijgend als de bruid Boven mijn vaders dode handen uit In deze aarzellichte tussenstand. Vorige Volgende