Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] Herman van den Bergh Achter de stilte De bezingers van 't arduinen licht in den tredgang der verheerlijking zwijgen. Nu, geboren hart, nu zing klein, erbarmend, want de dag is blind. Hond en herder gingen warm voorbij aan de schaduw van den korenaar: wij zijn al 't bewegen in dit zwaar dal van dwingende mistroostigheid. Wanneer zagen wij de wereld aan met lustogen, gulzig, vast en rond? wanneer raakten wij de wereld aan met een vuren mond? Schuifelend, redeloos, paarsgewijs, achter deze stilte lieten wij niets dan 't smal, verzengde varenkruid. Aarden dampen onze schreden uit. Zie 't vermindren; zie het wisslend groen naar den nacht gebogen; zie de bloem die de ruimten van haar hart verliest Zie den avond en het rode riet. Vorige Volgende