Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Marnix Gijsen Bij een sterfbed Dat wij allen aan dit leven kleven lijk een oester aan haar schelp, lijk aan den tepel der leeuwin de weke welp doet dat mij beven? Of is het dat oud en diep verdriet om den dag die heengaat, om een bron die in zand vervliet, om Oedipus die ons blind en klagend verlaat? Gele dood, stomme dood, elke porie wordt een wonde, ik bloed zwijgend, langzaam uit. Mijn zoetste ketens, vlees en geest, hebt gij weer plots ontbonden. Ik ben uw buit, ik ben uw buit. Vorige Volgende