Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Ed. Hoornik De man in de stad Koortsig loop ik langs de boulevard, sla een straat in waar ik niet moet wezen; voor een boekenzaak blijf ik staan lezen, kleine druppels zweet onder mijn haar. In de ruit word ik mijzelf gewaar, als een raadsel uit het niets verrijzend, en mijzelven aan mijzelf bewijzend, onherroepelijk en wonderbaar. Blinkend valt de stad dan door mij heen; englen gaan voorbij in zachte kleuren; draaien weg tussen de spiegeldeuren, zitten daar aan tafeltjes, alleen. 't Is, ofschoon ik haastig verder ga, of ik met hen in verbinding sta. Vorige Volgende