Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De vogelman In een salon zat ik aan God te denken; 't was zes uur 's morgens en ik was alleen. En toen ik opkeek zag ik vogels zwenken over mijn hoofd, over mijn handen heen. Ik zat heel stil; het was al na dit leven, mijn lichaam lag al lang onder de grond, maar net als vroeger bleven vogels zweven en fladderden de lege kamer rond. Ik ben de vogelman; ik ben van hier; ik mijd de mensen; een bedroefd klein dier: vogel verbeelding, zingt haar zusters wakker. Daar stuiven zij als sneeuw over mijn akker, ik ben er niet; ik lig in aardes schoot; alles herhaalt zich: siddering en dood Vorige Volgende