Verzamelde werken. Deel 3. Gudrun en dramatische fragmenten(1960)–Albrecht Rodenbach– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] Tannhaüser's laatste bekoring trio III 4. Het dal tussen den Hörselberg en den Wartburg. Tannhaüser en Wolfram. tannhaüser Ik kom terug, mijn koninginne, gij weet: Tannhaüser, eens uw lief! De wereld, God vloekt onze minne, hier doolt uw ridder als een dief. Ach, ziet gij wel, ik ben ze moede, die deugdzaamheden zonder hert. wolfram Waarheen, Tannhaüser? Waarheen? - Laat ons gaan. tannhaüser En dan - zonder u! Als een roede drijft mij berouw en liefdesmert. Rosige nevelen spreiden. wolfram Wat moet hij hebben? Wien spreekt hij aan? tannhaüser Ah! - Voelt gij die geurige walmen? wolfram God helpe, of 't is met hem gedaan! tannhaüser Zeg, voelt gij uw zinnen bedwalmen? Hoort gij niet die dansende galmen? wolfram Heer God, bescherm het herte mijn! tannhaüser Men zingt het lof. Dit zijn de psalmen. Verschijn, verschijn en laat ons weer gelukkig zijn. [pagina 265] [p. 265] wolfram Zie, uit die rots, die dampend neigt, 't bedrog der helse lusten dreigt! tannhaüser O balsemlucht, gij drenkt mij dronken, en tot in der beenderen merg, doorzinderen mij hitsende vonken: gegroet, gegroet, mijn Venusberg! Venus verschijnt te midden haar hof in hare tovergrotte. venus Gegroet, lieve ongetrouwigheid! Zeg, wat heeft Venus u voorzeid? Wel wil de deugd ons hert verstenen; doch wie vermocht ons min te spenen? tannhaüser O Venus, mijn zoete koninginne! ofwel uw liefde, ofwel de dood! wolfram O helse schoonheid, duivelinne! God sta mij bij in dezen nood! venus Lang van elkander losgereten, kom, laat ons, zalige dronkenschap, de terende onrust doen vergeten van eenzaamheid en ballingschap. tannhaüser Gods priesters mij vermaledijden. Zo wille ik mij der hel toewijden. wolfram God moge ons hier genadig zijn! venus Wees mijn - wees mijn - in mijn arms - o wees mijn! [pagina 266] [p. 266] wolfram Een woord - een enkel woord - en dan - ga dan aan. tannhaüser Laat mij gaan, laat mij gaan! wolfram Weet gij nog van een heilige dame? tannhaüser Neen, Wolfram, neen, neen, laat mij gaan! wolfram Tannhaüser, haar naam slechts, haar name. tannhaüser Laat mij gaan! wolfram Haar noemen is een schietgebed: Elisabeth! tannhaüser als verpletterd Elisabeth! venus O wee! zij verdwijnt. Vorige Volgende