Al de gedichten(1888)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] Zij Loechen. ZIJ loechen en staken hun schoûren op omdat ik hun klapte van Vlaanderen. Zij loechen en zeiden: Van anders wat en hooren wij nimmer u klappen. Wel neen! neen! Mijn Vlaanderen is mijn ziel mijn leven, het doel van mijn streven: mijn leven voor Vlaanderen en Vlaanderen voor God, o mocht ik dat winnende sneven!! Vorige Volgende