Al de gedichten(1888)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Pastorinhaling Opschrift DE Stede welgezind den nieuwen Pastor viert, haar straten bont gepint met hage en dreve siert, en weemlend wandlen door die steedlike warande de blijde Poorters en de Kerels van te lande. De beiaard danst, 't musiik speelt en de trommels slaan, de groote klokke luidt, de bonte stoet zet aan: de Helden en de Maagden, de Ambachten verbild en hetgeen ons overbleef van 't edel heer der Gilden. O feeste, o heugenis! Ons groot en blij Verleên herleeft - een stond. Ons grootheid, die is immers heên. Iets bleef toch, zoo men ziet: 't oud roomsch-zijn bleef in waarden, en overleeft verval en kankerend ontaarden. Vorige Volgende