Al de gedichten(1888)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Het Kerelskind (Getoonzet door J. Ronse, vrederechter, Rousselare). VAN waar koms du getreden zoo laat door reîn en wind, van waar koms du getreden, aleen, du blonde kind? - Du smidje van den woude, ik kome van het veld waar vader heeft gestreden, waar vader ligt geveld. - Lo! viel hij, 't was met eere, dijn vader welbemind. Wat bergt dijn blauwe schabbe, du arrem heldenkind? [pagina 65] [p. 65] - Du smidje, 't zijn de scherven van vaders goede zweerd; du zals het mi hersmeden: het is 't hersmeden weerd. - 'k Hersmede het di sterker dan 't vaders hand ooit zwong. Maar, waartoe wilt 't di dienen? du best zoo bitter jong. - Du smidje van den woude, bij Lo! du ne best nie' vroed: mijn vader wille ik wreken met stroomen walenbloed. Vorige Volgende