Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij
[pagina 364]
| |
Superata cruce coronor.NA dat het snar gheval my woestelijcke plaeghden,
En onrechtvaerdich dreef in iammerlijcke druck,
Verwisselende myn gelucken in onluck,
En aenghename vreughde in een bitter klaghen,
De rugh my toegekeert van alle mijne maghen,
Vermits ick lagh geboeyd aen een mis-spoedich iuck:
Ghelatenlijck ick onder 's hemels schickingh buck,
En met stantvasticheyt heb ick myn last ghedragen:
Zo dat ick myn onlucken voor ghelucken acht,
Mits ick hier door heb kunnen myn stantvastheyt toonen,
Want ick myn glory treck uyt onverwachte macht,
Waer over ick mijn kruys met redenen mach kroonen:
Ia kreun niet voor de vlaegh van't stuymighe onweer,
Want waer eens water was daer komt wel water weer.
|
|