Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijIn hunc intuens pius esto.T'God-vrezende ghemoed bedachtzaem, wijs, en vroede,
Beeldt grondich in't merck-oog wat dat hy is en wert,
Ia heydt de zekre doods ghedachte in zijn hert,
Als 't heylste çierçel van een heylzaem vroom ghemoede,
Dit werckt dat de Godvrezerdt zich voor ickheyt hoede,
En in't verganckelijck niet blindelijck verwerdt,
Noch dat de schoonheyt, wijsheyt, kloeckheyt hem niet tert,
Te achten't anders als vuyl stof, en aerdsche goeden,
Een haest verdwenen schaduw', schichtich ons ontruckt,
Als een geleent bezit, 't welck haest ons is ontvlogen,
Ghelijck een bloemken datmen vande stamme pluckt
Verdordt, mits alst de vocht van d'aerde werdt ontogen,
En gantschelijck vernieldt. Dus houdt God-vresert wis,
Dit sterven d'ingang tot het eeuwich leven is.
|
|