Eglentiers poëtens borst-weringh(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ghetrouwe En Ontrouwe Minnaers. LXIII. Non qua, sed quo. Wat vermach de liefde niet? TEr werelt isser niet, niet isser oyt bevonde, Iae d'yzelijckste schrick, het woedichste ghevaer Dat den ghetrouwen lievert niet bestaen en konde, Ontziende niet de dood, noch stormen vlaeg-gebaer: Doch wat de lievers deden moedich voor mankander, Blijckt door het stoute werck van moedighe Leander. Vorige Volgende