Eglentiers poëtens borst-weringh(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXIX. Solo nisi mobilis auro. 't Goudt bevveeght. HEt bulderend' ghestorm noch razende tempeest, Had geen vermoghen om mijn stantvast te beweghen, Onmachtich is de tergingh vande lust gheweest, Om my te maken tot de minne-schicht gheneghen, Maer 't goudt my heeft verkracht, 't goudt maeckten my geree, En wat het goudt vermach betoonden Danae. Vorige Volgende