Eglentiers poëtens borst-weringh(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXVI. Mercedem indignus adabtat. Een ander raept de vruchten. ICk smeeck, ick bid, ick vry, ick leve vol onrusten, Ick bedel om weer-liefd, ick henghel nae heur hert, Ick arbeyd' steets om doen al wat mijn liefken lusten, Gheen woelingh ick ontzie, noch quel, noch moeytens smert, Afkeerlyck zy beboert mijn beden en mijn zuchten, Ick arbeyd, maer helaes! een ander raept de vruchten. Vorige Volgende