De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 3(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Lied van een fuselier, te Maastricht in garnizoen. [Door een' vrijen Fries] Wijze: De wereld is in rep en roer. Het uur der wraak zal eenmaal slaan, De Potter zal te gronde gaan Met al zijn vloekgenooten. (bis.) Ja kameraden! denkt er om, Eens wordt hij met zijn ganschen drom Door Braband zelf verstooten. (bis.) De Potter, die geen waarde had, Als hij zijn schijven niet bezat, Zal wis den strijd verliezen. (bis.) Hij valt, en Hollands oude moed Verplettert al het wreed gebroed, Geholpen door de Friezen. (bis.) Vergeefs, vergeefs uw schat verspild, Gij doolt met al uw clubs in 't wild, Weg met die Jacobijnen. (bis.) Zij zweeren eeuwig Nassau af, Maar graven ook hun eigen graf, In 't hart der kolenmijnen. (bis.) Waakt, Nederlanders! waakt en komt, Als hier 't kanongedonder bromt, Dit roept u medgezellen. (bis.) Trouw wordt Maastricht door ons bewaakt, En wee den blaauwkiel, die het naakt; Hij zal 't niet navertellen. (bis.) Gij, Makkers! die in 't nachtlijk uur, Maastricht van wal en vest en muur Bescherremt en beveiligt. (bis.) Al woelt en wroet het snood verraad, Onze eerenaam van braaf soldaat, Word' door geen Belg ontheiligd. (bis.) [pagina 13] [p. 13] Al rukte Daine, Kessels aan; Zien wij heel Braband voor ons staan: Wij zullen hen doen bukken. (bis.) Eerst hangt men den verrader op, Dan beuken wij den Walvisch kop In honderd duizend stukken. (bis.) Want uit ons dierbaar Vaderland Stroomt krijgsmagt aan van allen kant, Om met ons zaam te spannen. (bis.) Wij zullen, met vereende kracht, De muiters en hun legermagt Naar hel en duivel bannen. (bis.) Gij, Walen! komt niet in ons land! Eer eet de Fries zijn linkerhand, Verplet u met de regter. (bis.) Geen beter volk dan Holland teelt; Maar wat den baas in Braband speelt, In 't gansch heelal geen slechter. (bis.) Vorige Volgende