De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 3(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Wachtlied voor de vrijwillige schutters te Amsterdam. [Door W.H. Warnsinck, Bz.] Wijze: Ziet, Vrienden! welk een schoone morgen. Auber. Komt, Schutters! die, aan Amstels boorden, In Gijsbrechts wal, de rust bewaart! Verheft den klank der vreugdakkoorden, Nu wij weêr staan ter wacht geschaard! 't Is schoon voor 't heil der Stad te waken, De pronk van het IJ. Geene onrust moet haar' wal genaken, Of wij, Schutters, wij, Getrouw en fier, staan haar manmoedig bij. (bis.) Maar nimmer worden Amstelaren Gelijk aan 't woest, ontzinde rot, En 't snood gespuis der plunderaren, Dat de eer verzaakt en lastert God. [pagina 11] [p. 11] Wij zijn nog Neêrlands echte telgen. De roem van ons Land Gaat nooit, als bij verachte Belgen, Neen, nooit hier te schand'. Hier woont nog trouw aan Vorst en Vaderland. (bis.) In Brussel moog' de muitzucht woeden; De moord zij t' huis in Luik en Gent; God dank! aan Maas en Amstelvloeden Zijn al die gruwlen onbekend. Bataaf en Fries en wakkre Zeeuwen Staan pal in den nood; En 't kroost der oude Waterleeuwen Vreest niets, zelfs geen' dood: Neen, nooit treft ons de schrik voor staal of lood. (bis.) Verachte Belgen! ja, wij haten Uw zeden en uw basterdtaal; Wij zijn Oranje's onderzaten; Ons kroont der Vadren zegepraal. Heil ons! - De veder der historie Beschrijft tot 's Lands eer De Ruijters roem en Nassau's glorie, En niets streelt ons meer. Wij zijn het kroost dier dappre helden weêr. (bis.) Komt, Schutters! die, aan Amstels boorden, In Gijsbrechts wal, de rust bewaart! Verheft den klank der vreugdakkoorden, Nu wij weêr staan ter wacht geschaard! 't Geluk zij dezer vest beschoren; De pronk van het IJ! Het Vaderland is weêr herboren, Weêr groot en weêr vrij; En trouw aan Land en Koning zweren wij! (bis.) Vorige Volgende