De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 3(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Lied voor vertrekkende krijgslieden. [Door G. Timme] Wijze: Onderwater moet marcheren. Wij verlaten haard en woning, Op de stem van pligt en Koning, Om te trekken, welgemoed, Naar het oord, waar 't oproer woedt. (bis.) Vaar dan wel, geliefde streken! Wieg en woonsteê! velden! beken! U zij 't afscheidslied gewijd, Eer wij trekken naar den strijd. (bis.) [pagina 10] [p. 10] Neen! de neven der de Ruiters Kruipen nooit voor vuige muiters! Weêrstand bieden is hun' keus, Vrij of sterven, zij de leus! (bis.) Vaar dan wel, al wat wij minnen! Hoort weldra dat wij verwinnen! Niemand onzer die er vliedt; Leeuwentelgen wijken niet. (bis.) Vaar, vaarwel! de vanen wenken! Liefdevol zult g'aan ons denken, Vrolijk willen wij vergaan, Blijv' slechts Vorst en Land bestaan! (bis.) Vorige Volgende