Lenteloveren(1845)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *15] [p. *15] de vaderzegen. [pagina 149] [p. 149] Jakob ontrooft zijnen broeder Ezau den vaderlijken zegen. Ja kostlijk is de vaderzegen, Hij is de grootste schat op aard, Hoezeer hij, door bedrog verkregen, Een droeve reeks van jamm'ren baart. Al mogt het jakob toch gelukken Den zegen, ezad toegezeid, Zijn' blinden vader slinks te ontrukken, Hij heeft dien misstap lang beschreid, Geen goed, hoe groot, hoe hoog in waarde, Brengt den bezitter zielrust aan, Zoo, ter verkrijging, hij op aarde Van 't pad der deugd is afgegaan. Vorige Volgende