Lenteloveren
(1845)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
Gedenkt den Sabbathdag, dat gij dien heiligt.De dag des Heeren is een rustdag - en die denzelven tot gewoon werk bezigt, is een Sabbathschender. - Het is zeer te betreuren, dat sommige vermogenden en aanzienlijken dit niet willen begrijpen, en dat menig werkbaas zijne knechts dwingt, om op zondag te werken. Een loffelijk voorbeeld gaf ook ten deze, de vroeger door ons aangehaalde koningin van Frankrijk maria lecksinsca.Ga naar voetnoot(*) Zich op zekeren tijd te Fontainebleau bevindende, verneemt zij, dat men, ten spijt van een uitdrukkelijk verbod des konings, openlijk werkte aan eenen in aanbouw zijnde schouwburg. De Vorstin ontbiedt den aannemer bij zich, en vraagt aan dezen: Hoe hij het wagen durft, ongehoorzaam ie zijn aan God en zijnen koning? Deze beroept zich op het bestaand gebruik en zegt, dat hij het werk heeft aangenomen vóór lut bevel des konings | |
[pagina 50]
| |
was afgekondigd, dat hij op de zondagen gerekend heeft, en dat, wanneer hij op die dagen niet laat werken, het gehouw niet op den bestemden tijd kan voltooid zijn, en hij alzoo de aanzienlijke premie verliezen zal, bij het bestek toegezegd als het werk op dien tijd voltooid ware. De vorstin doet den aannemer het bedrag dier premie opgeven, ontsluit hare cassette en stelt hem de vrij aanzienlijke som terstond ter hand, onder toevoeging der volgende behartigingswaardige woorden: ‘Zie daar, neem dit, en gij zult geene schade te duchten hebben, - doch sluit nu ook terstond uwe werkplaats, en wacht u in het vervolg wel, om verbindtenissen aan te gaan, die gij niet vervullen kunt, dan door de wet Gods met voeten te treden, en ongehoorzaam te zijn aan de bevelen van uwen Koning!’ |
|