Ware weldadigheid.
Onder de edele godvruchtige vorstinnen rangschikt men te regt maria lecksinsca, gemalin van lodewijk XV, koning van Frankrijk, welker geheele leven niet slechts aan de vervulling dier pligten gewijd was, die als echtgenoot en moeder op haar rustten, maar te vens aan de betrachting der zoodanige, welke de godsdienst van jezus, ons jegens onze naasten voorschrijft. Zoo had zij in haar paleis eene kamer afzonderlijk ingerigt, tot een magazijn ter voorziening in den nood der armen. Men vond daar al het benoodigde, van de eerste windselen des zuigelings af, tot de laatste doodwade toe. Deze kleedingstukken, gedeeltelijk door haar zelve, gedeeltelijk onder haar opzigt vervaardigd, werden of eigenhandig of door vertrouwde personen daar, uitgedeeld, waar zij den nood der armen konden lenigen. In hetzelfde vertrek bevond zich eene apotheek, in welke een met haar vertrouwen vereerd persoon, de noodige geneesmiddelen ten dienste der behoeftige zieken te Versailles, gereed maakte. -