Een nacht op de sula's
In de tijd voordat het vliegveld er was, gingen we vanaf het Kabelhospitaal met de boot helemaal naar Djoemoe. En als het regentijd was, hoog water dus, dan deed je er twee dagen over, maar in de droge tijd, bij laag water dus, duurde diezelfde reis soms wel een dag of vier met de boot. En dan moest bij zo'n waterval alles en iedereen uit de boot, totdat de boot over de waterval omhoog getrokken was. Een keer hadden we alle lading uit de boot gehaald, maar de mannen kregen de boot met geen mogelijkheid over de val.
Hij zat vast en kwam maar niet los. Het werd later en later en er zat dus niets anders op, dan dat we naast onze lading op de rotsen gingen slapen.
Ik ben een keer met een paar gasten naar Ladoani geweest en ik geloof dat het die keer was toen dit gebeurd is. We hebben eerst op de Mamadam geslapen en de volgende nacht hebben we toen op de rotsblokken overnacht. We waren met een stuk of acht personen en het begon ook nog te regenen. Het dekzeil dat voor de lading en de doktersattributen bestemd was, moest ook voor ons als beschutting dienen en we sliepen met onze ruggen tegen de lading aan. We hebben toen het ene lied na het andere gezongen. Toen het droog werd, hebben wij de hangmatten over de rots uitgestrekt en daar hebben we op geslapen. Ik heb die nacht echt wel kunnen slapen, alleen had ik niet veel ruimte, want als ik mijn benen uitstrekte, waren ze in het water. De rots was vrij hoog en we hadden van de hoge rotsen kunnen afglijden in het water. Als slaapplek was die rots wel een beetje te hard! Het was niet koud, maar omdat het regentijd was, was het nogal vochtig. Gelukkig had ik altijd als ik onderweg was een grote baddoek bij me, die ik om me heen sloeg, zowel voor de kou, als voor de hitte.
In elk geval vond ik die boottochten altijd heel leuk en spannend!
Vaak moest ik tussen twee bomen in mijn hangmat hangen.