dig heel geschikte mensen onder met wie je gewoon kon praten.
Toen het allemaal was beklonken, was Ilse niet meer te houden. Zij zou wel voor papa Leenhouts zorgen, zijn bed opmaken, hem thee op bed brengen, voor hem wassen en natuurlijk zouden ze gezamenlijk eten.
- Als ik het goed begrijp, zei Hugo, - kom je me 's avonds ook nog toedekken.
- O, met genoegen. Een nachtkusje kan er ook nog wel af, repliceerde Ilse.
Hugo was wel wijzer. Ilse was een lief kind, maar zou haar handen vol hebben aan Rico en haar studie.
Het was voor de jongelui bijna pijnlijk, dat hij zo duidelijk liet blijken dat ze niet bij elkaar zouden inwonen, doch alleen maar onder hetzelfde dak ieders eigen leven zouden leiden. Er kwamen zelfs twee deuren in de vestibule, twee bellen, twee deurtelefoons, er werd een keuken bijgebouwd en toen alles, met veel vertraging door het slechte weer, voor elkaar was, trok Hugo naar boven.
Rico trouwde in de oude hervormde dorpskerk. Dat had de burgemeester als voorwaarde gesteld en het was voor Rico geen opgave geweest zich hierin te schikken.
Van huis uit had hij, wat dat betreft, geen drempelvrees.
Hugo zat het die trouwdag maar eens aan te kijken met wat voor familie zijn zoon tot zijn dood toe zou moeten optrekken. Hij was niet ontevreden.
Rico en Ilse hadden een hartig gesprek over de kerk gehad. Hij kon het in haar waarderen dat ze niet direct overstag ging, juist nu er zo veel werd gesold met het begrip oecumene. Ze besloten vooralsnog ieder lid te blijven van hun eigen kerk en over en weer met elkaar mee te gaan, naar gelang het uitkwam. Voor het H. Avondmaal zou in de stad (gemakkelijker dan in een dorp) een regeling worden getroffen. Zij zouden het beurtelings in de Hervormde en de Gereformeerde Kerk kunnen vieren.
Het kwam uit zoals Hugo had verwacht. Ze waren slechts