- O ja, zo'n beetje dromen over een nieuw boek is wel fijn...
- Je zou het een ànder liefst laten schrijven, hè? Het was bijna geen plagen meer van Stans.
- Trouw nooit met een schrijver... een aardige titel voor een nieuw boek.
Hij keek naar haar zwellende lichaam. - Ik ben een smiecht, hè?
- Weet je wat een smiecht is? Een gemene kerel. Vraag maar aan Ineke wat je bent. Van mij neem je het tòch niet aan. Ze liep de kamer uit. Hugo bleef achter met het gevoel dat hij haar ergens tekort deed.
Ik moet eens over iets heel anders schrijven, dacht hij, niet over een milieu dat ik door en door ken.
Hij herinnerde zich Dirk van Staalduinen uit Monster, die nog les had gehad van Freek.
Dirk begreep al gauw waar hij voor kwam en zag er wel wat in. Hij liet zijn leerlingen een opstel schrijven over ‘De tuin van mijn vader’ en samen maakten zij een woordenlijst van het streekdialect.
Hoezeer de crisis de tuin van Holland had aangetast, begreep Hugo eerst toen hij dat wroeten in de grond aanzag, de strijd tegen de steeds weerkerende ziekte van het gewas en het kijken naar de deprimerende veilingklok, het doordraaien van een met zweet verkregen oogst. Hij zag tuindersvrouwen kinderkleertjes maken van linnen kunstmestzakjes. Hij zag er ook die met hun auto de regeringssteun gingen halen. Hier werd niet individueel gesteund, maar het bedrìjf in stand gehouden.
Gesloten grenzen. Stilstaande export. Geen land dat meer conjunctuurgevoelig was dan Nederland, dat zelf arm was aan grondstoffen.
Vaak kwam hij met zakken vol kleine tomaatjes CC 3 thuis, die werden toch maar doorgedraaid.
Hugo had een nieuw object gevonden, maar zoals gewoonlijk wilde hij het tot de grond uitputten. Hij begon met de geschiedenis van 's-Gravenzande in de middeleeuwen en eindigde met het doorlezen van het weekblad ‘De Westlander’, alle jaargangen, van 1913 af. Tenslotte had hij