haar jonger zusje Joke bijvoorbeeld. Maar Joke was, na een paar mislukkingen, in veilige haven aangeland bij een hoofdonderwijzer die niet meer verlangde dan wat zij hem ruimschoots kon geven. ‘Die haar amper aan kan’, had Hugo zich eens laten ontvallen. Zulke uitlatingen vond Stans niet prettig maar ze zei er niets van.
Het verjaardagskusje dat Hugo van Joke kreeg werd gegeven onder haar toezicht. Het was Hugo overigens niet ontgaan dat Joke snel de weg opging van het type vrouwen dat op verjaardagen als een wekker afliep en geen gebakje met slagroom meer afsloeg. Nog een paar jaar en haar natuurlijke molligheid zou zich omzetten in omvang.
Stans mijmerde nog wat na over het leven van die lichte meisjes. Hoe zouden die nu reageren op een gesprek over hun leven?
- Daar zou een middernachtzendeling je meer over kunnen vertellen, zei Hugo. - Ik zou het wel eens willen proberen, maar ja, dan moet je toch eigenlijk alleen gaan, hè?
- Jij steekt vanavond overal de gek mee, geloof ik, zei Stans, een beetje geprikkeld.
- Het is geloof ik niet eens goed voor je, zo'n operette-avond.
- Ik was zeventien jaar, zei Hugo, - toen ik op de Jongelingsvereniging de opdracht kreeg een inleiding te maken over de publieke eerbaarheid, aan de hand van ‘Ons Program’ van Kuyper. Ik herinner me nog goed dat ik er rooie oren van kreeg toen ik de stof doornam. Het enige wat ik er tot dusver van had geweten was, dat ik soms een zak zilver moest brengen bij Suykerbuik op het Huygensplein. Toen ik er voor het eerst naar toe ging, zei Rouwenhorst, de kassier die vandaag met pensioen is gegaan: Daar wordt het oudste beroep van de wereld uitgeoefend. Dat weten we trouwens uit de Bijbel. Er zijn vrouwen die er toe komen door beroerde omstandigheden, maar er zijn er ook die niet anders willen. Denk maar es aan Molly, de vrouw van Bert de Ruyter. Een keurige vent die met een afgedwaald rooms meisje trouwde. Ze was zelfs overgekomen tot onze kerk. En toch liep ze een paar jaar later van hem weg. Al eerder was