Eindelijk rinkelde de huistelefoon. - Kom je even boven, Hugo? De vertrouwde stem van Reemeijer. Hij werd vandaag veertig jaar.
- Dus begint voor u het leven, zei Betty Last, die ook genodigd was en met zorg een vruchtengebakje uitzocht. Hugo had de laatste moorkop.
Een dwaas gesprek over alles en nog wat - zo ging dat op momenten als deze. Veel tijd was er niet op zaterdagmorgen, maar Reemeijer had veel vrienden als mentor van de toneelclub. Het gesprek kwam op de laatste uitvoering van De Vrek. Betty had met overgave haar rol gespeeld en was in de laatste akte, zonder scrupules in de armen van Dorrepaal gevallen, die zondags in de diakenbank zat, maar zich ondanks de bedenkingen van zijn schoonvader, die ouderling was, niet liet afhouden van ‘dat kruipen in de huid van een ander’.
Door het plotseling binnenkomen van de jonge meneer Schorlemer verstomde de conversatie.
- Zo... is hier iemand jarig? Gefeliciteerd, Reemeijer.
Dorrepaal, die door het onverwachte bezoek iets te hard in zijn moorkop had geknepen waardoor een klodder room op de punt van zijn schoen was terechtgekomen, had de tegenwoordigheid van geest de witte fluim met een handige manoeuvre aan de binnenkant van zijn andere broekspijp te verdonkeremanen.
Betty, die het had gezien, keerde zich snel om, zakdoekje voor haar mond om haar lachen te smoren.
- Apropos, Reemeijer, is die wissel op Boxum nu voldaan?
- Gisteren eindelijk binnen, meneer Schorlemer. Een taai geval. Het leek wel of er opzettelijk getraineerd was...
- Dank je, dat is dus in orde. Prettige dag verder.
Opnieuw zwatelden de stemmen dooreen. Betty ontfermde zich over de roomvlek aan de binnenkant van Dorrepaals broekspijp. - Geneer je niet, je hebt wel voor hetere vuren gestaan, zei Hugo, doelend op de scène in De Vrek. Betty bloosde als een schoolmeisje. Zij was en bleef een raadsel. Stans, die de protégé van Roodhuizen alleen maar oppervlakkig kende van de toneelavondjes, had alleen maar ge-