de moffen zijn nog niks veranderd, hoor! Ze hebben heel de geschiedenis achter een grote vent aangelope... Bismarck, Wilhelm, Hitler... Job verslikte zich in zijn woede.
- De jongeren niet, vader. Die kent u niet. De haat zit bij u zo vast, dat krijg je er niet meer uit. Maar wìj hebben met al die rotzooi toch niks meer te maken!
- Dat dacht je! Het verleden is nooit dood. Dat wor je pas gewaar als je ouwer ben...
Huib schoof onrustig op zijn stoel. Het wordt buigen of barsten. Dat zat er dik in.
- Jullie kenne kletsen wat je wil... de trouwdatum staat al vast.
- En dat allemaal buiten ons om! Je vergeet zeker dat je nog toestemming nodig heb...
Opeens kreeg Leentje argwaan.
- Het is toch geen motje? vroeg ze, Huib strak aankijkend.
Huib weerstond haar blik en dwong zich tot kalmte.
- Martchen is in verwachting moeder, en we willen graag met mekaar trouwen.
Leentje greep naar haar zakdoek en depte haar ogen, die vol liepen.
- Wanneer wordt het kind verwacht?
De korte stilte die volgde, was onheilspellend.
- Met Pinksteren.
- Pinksteren... altijd weer Pinksteren, snikte Leentje.
- Je lekker laten inpalmen, hè? smaalde Job woedend.
De drift schoot nu ook weer in Huib omhoog.
- Mot ik soms nog tekst en uitleg geven ook? Martchen komt uit een net gezin. Niks minder netjes dan het onze.
- Jij ben nog maar net meerderjarig... en dan je ouwers zo te schofferen....!
- Toe nou, Job..., probeerde Leentje te sussen.
Job Stein greep naar de tafelrand. Hij hees zich moeilijk op. Leentje keek angstig toe, gereed om in te grijpen.
- Een schànde is het... dáár is het gat van de dein... ga uit m'n ogen...!
- Nee... nee... Job, dàt niet...
Huib stond op. Het was of hij in deze beslissende ogenblikken een koude luchtstroom langs zich voelde gaan.