Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
(1686)–Wiete Ringers– Auteursrechtvrij
[pagina 172]
| |
[pagina 173]
| |
van wreede beeren, 't Woedend' valsche-tongen-rot. Wat sal u 't bedriegen
Baaten! leugenaar! Hebt g' al winst van 't liegen? Wreede lasteraar! Quaa-
de tongen (vuil gebroed!) Sijn als pijlen, die verwoed 's Moor-mans flitse
snorren doet; Fel sijns als een heete gloed, Als jenever-brand. Als jenever-
brand. Ach! ik woon in kedars tenten; Ach! ik swerv in Mesechs land.
| |
[pagina 174]
| |
'k Leev bi twisters band, 'k Leev bi twisters band: Ik wil vreed; die wreev-
laars prenten 't Oorlogs lemmer vast in d' hand.
Veel benauwdheid deed mi steenen,Ga naar margenoot+
Druk had mi beset,
Druk had mi beset;
'k Hefte doe tot God mijn weenen,
Die verhoorde mijn gebed.
Ga naar margenoot(2) Nu nu bid ik u ook, Heere!
Helpt mi nu, o God!
Helpt mi nu, o God!
Red mijn siel van wreede beeren,
't Woedend' valsche-tongen-rot.
| |
[pagina 175]
| |
Ga naar margenoot(3) Wat sal u 't bedriegen
Baaten? leugenaar!
Hebt g' al winst van 't liegen?
Wreede lasteraar!
Ga naar margenoot(4) Quaade tongen (vuil gebroed!)
Sijn als pijlen, die verwoed
's Moormans flitse snorren doet;
Fel sijn s' als een heete gloed,
Als jenever-brand,
Als jenever-brand.
Ga naar margenoot(5) Ach! ik woon in Kedars tenten,
Ach! ik swerv in Mesachs land.
Ga naar margenoot(6) 'k Leev bi twisters band,
'k Leev bi twisters band:
Ga naar margenoot(7) Ik wil vreed; die wreev'laars prenten
't Oorlogs lemmer vast in d' hand.
|
|