Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
(1686)–Wiete Ringers– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |
Sang: Menuet.IK bid ik bid u, groote God! Koom; help mi, haast u, haast; Ver-
- - - lost mi van 't viandig rot, Dat mi veel schimp aanblaast. Laat haar
| |
[pagina 152]
| |
beschaamd en schaam-rood sijn, Die na mijn siele staan; Ver----heugd sijns'
om mijn ramp en pijn; Ei! gaat haar trots verslaan; Ver-----strooitse,
schande volg haar na, Die haar om mijne schaa, Mijn plaagen, Mijn klaa-
gen, En lijden Verblijden, Enjuichen: ha, ha, ha!
| |
[pagina 153]
| |
Ga naar margenoot(2) Ik bid ik bid u, groote God!
Koom, help mi, haast u, haast;
Verlost mi van 't viandig rot,
Dat mi veel schimp aanblaast.
Ga naar margenoot(3) Laat haar beschaamd en schaam-rood sijn,
Die na mijn siele staan;
Verheugd sijns' om mijn ramp en pijn;
Ei! gaat haar trots verslaan;
Ga naar margenoot(4) Verstrooitse, schande volg haar na,
Die haar om mijne schaa,
Mijn plaagen,
Mijn klaagen,
En lijden
Verblijden,
En juichen: ha! ha! ha!
| |
[pagina 154]
| |
Ga naar margenoot(5) Laat die u soeken, sijn verheugd;
Die na uw' heil-goed haakt,
Laat die uitschat'ren vol van vreugd:
Ons God si groot gemaakt.
Ga naar margenoot(6) Ik word beschimpt, versmaad, bespot,
Ik ben vol sinert en druk;
Koom, help mi, haast u, goede God!
Verdrijv mijn ongeluk;
Gi sijt mijn hulp; laat uwe kracht
Mi uit dees jammer-klacht,
Dit weenen,
Dit steenen,
En liën
Bevriën;
Vertoev niet, toon uw macht.
|
|