2. | een voornaamwoordsgroep: van zo'n knap iemand, met zo iets, over helemaal niemand. |
| |
3. | een bijwoordsgroep: tot kort daarna, van daags daarna, naar hier beneden, voor eens in de week, tot daar bij jou; de mogelijkheden zijn zeer beperkt. |
| |
4. | een voorzetselconstructie of een woordgroep waarvan een voorzetselconstructie de kern is: van/onder de puinhopen, tot/in de nacht, tot/diep (in de namiddag), tot/midden (in de problematiek). |
| |
5. | een voegwoordconstructie of een woordgroep waarvan een voegwoordconstructie de kern is: tot/lang (nadat hij was afgetreden), sedert/dat hij hier is.
opmerking. Bij de bijwoordelijke zinnen is uit het voorzetsel met het voegwoord dat vaak een voegwoord ontstaan: Ik kom nadat hij vertrokken is. Verder totdat, voordat, sedertdat, zonderdat, omdat. |
| |
6. | een constructie met te + infinitief: om te vertrekken als er iemand binnenkomt, door maar steeds op hetzelfde aambeeld te hameren, alvorens naar de West te vertrekken, ten einde daarmee de regering te dwıngen, in plaats van zelf te komen, zonder het eerst gezien te hebben. |
| |
7. | een persoonsvormconstructie: van wie tot zoiets in staat zijn, uit wat daarover gezegd is, op wat hij beloofd heeft, van waar het beekje stroomt.
opmerking i. Groepen als voor hij binnenkwam, tot hij meegaat, noemen we voegwoordconstructies, hoewel de relatie met het voorzetsel duidelijk is in tot hij meeging toe.
opmerking ii. Voorzetselconstructies kunnen ook samengesteld zijn met samengestelde voorzetsels, dubbele voorzetsels (gecombineerd voorzetsel - achterzetsel), en met achterzetsels: vanaf het station, vanuit het raam, vanonder de tafel; van de grenzen af, tot Arnhem toe, over het rietland heen, tussen het dons in, tussen de andere door, van het nest weg, van binnen uit, van het noorden uit, op honderd na; de haven langs, het huis door, de tuin uit. |
|
|