met rupsbanden, misschien verband houdend met de iedere dag verwachte, grote aanval op Engeland. Mozart overleefde Napoleon en de wereldoorlog van 1914-1918; op hoeveel oorlogen is deze hemelse recreatie nog berekend?
Onder het overlezen van de inleiding herinnerde ik mij nog brokstukken van het dagboek van Frederik van Eeden uit de jaren negentig. Hij zegt ergens dat het belachelijk eenvoudig is je eigen potje te koken en dat het draaiorgel van het dorp op zijn verste rit nog niet aan zijn buitenhuisje toekwam. Verder is me bijgebleven, dat hij zijn hele doen en laten daar uiterst gewichtig vond.
Augustinus' Belijdenissen heb ik nooit geheel kunnen uitlezen. De aanspraakvorm geeft er een exclusief karakter aan, zodat men het eigenlijk niet met andere naar opzet verwante boeken kan vergelijken. De brandende ijver van de bekeerling, hoe ‘erschütternd’ ook, ontneemt veel aan het naïef-menselijke. De Confessions van Rousseau met hun zwoel, romantisch coloriet geven het portret van een geschokt achttiende-eeuwer, die telkens op het punt staat in tranen uit te barsten. Tafrelen, gezien door een waterrijke atmosfeer, een soort ‘tranendamp’. Schoolmeesterlijke opmerkingen als deze moeten de curve van dit dagboek in vredesnaam maar mee helpen bepalen; ik wil het beeld van mijn geest niet flatteren. En nu keer ik weer tot de lectuur van Bespiegelingen over leven en liefde van Ortega y Gasset.
Ik wil niet meer uit het leven vluchten. Als ik muziek van een Russisch kerkkoor hoor, en een vrouwestem met een rijk, mals geluid treedt naar voren om tegen die achtergrond ‘met ziel en zinnen’ - want hoe lichamelijk is deze stem - zich tot God te richten, dan duw ik dat niet meer als vroeger van me weg als iets betrekkelijks, dat alleen maar in de verte aan het absolute herinnert, maar ik zie in dit alles nu iets volmaakts en definitiefs; de hemel is dichterbij, vatbaarder, op aarde in vrouw en kunst voorafgebeeld. Mijn leven lang heb ik gedacht: het ware ligt ver; het dichtbije heeft geen waarde. Van nu af zal dat anders zijn. 'k Heb dus minder afstand nodig, ben ‘bijziende’ geworden, een omgekeerde ontwikkeling als bij de lichamelijke ogen.
Uit vele dergelijke, naast elkaar geplaatste toetsen moet vanzelf de optische werking uitgaan, die aan het geschrevene een bepaalde vorm verleent. Ook het zich bewust maken