De hedendaagsche bankroetier achterhaalt(ca. 1713)–Frans Rijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Sestiende tooneel. Grypardus, Jochem Heeler, Jannetje, Slokop. Grypardus. HOe! wat is dit te zéggen? wie maakt hier zulk een geraas? Slokop. Dat doet die Visteef, die speeld zo afgryselyk den baas; Ze wil me de deur uitjaagen, zeid se. Grypardus, tegen Jannetje. Dat zou by den Rechter qualyk worden genomen. Want het is zulks, dat wy, ex officio, hier in uw huis zyn gekomen. Katryn. Zoo heeft u 't Gericht hier gezonden? ô nou begryp ik het wel. Hy zey, dat hy knecht van een kamer was, ik dacht, wat of die hier maken zel! Grypardus. Neen, 't is zulks, dat hy hier, volgens ordre van Commissarissen, moet logeren: Op dat d'Imboel niet verminderd word. Tot dien einde, kom ik ze, met een Klerk, inventarizeren. Jannetje. Ik zel 't Juffrouw gaan zeggen: want ze zou er ontstellen, als se je in huis quam te zien. Jochem. Ja, zeg 't haar, Dochter, haar zal in 't minste geen leed geschiên. Vorige Volgende